Het is de vrijheid, door God aan de mens geschonken, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. De vrijheid kenmerkt de eigenlijk menselijke daden. Hoe meer men het goede doet, des te meer wordt men vrij. De vrijheid bereikt haar eigen volmaaktheid wanneer ze gericht is op God, het hoogste goed en onze zaligheid. De vrijheid impliceert ook de mogelijkheid om te kiezen tussen goed en kwaad. De keuze voor het kwaad is een misbruik van de vrijheid dat leidt tot de slavernij van de zonde.