De Kerk staat een fysieke scheiding (scheiding van tafel en bed) van de echtgenoten toe, in geval hun samenwonen om zwaar wegende redenen praktisch onmogelijk is geworden, ook al wenst zij hun verzoening. Maar zij zijn, zolang de ander leeft, niet vrij een nieuw Huwelijk aan te gaan, tenzij hun Huwelijk ongeldig is en dat als zodanig door het kerkelijke gezag is verklaard.