Het Doopsel vergeeft de erfzonde, alle persoonlijke zonden en de straffen ten gevolge van zonde; het doet delen in het goddelijk leven van de Drie-eenheid door de heiligmakende genade, de genade van de rechtvaardiging die de dopeling inlijft in Christus en zijn Kerk; het doet delen in het priesterschap van Christus en vormt de grondslag van de gemeenschap met alle christenen; het schenkt de goddelijke deugden en de gaven van de heilige Geest. De gedoopte behoort voor altijd aan Christus toe: hij is immers getekend met het onuitwisbaar zegel van Christus (merkteken).