28 juni 2005
Het is het oordeel van de onmiddellijke vergelding, die ieder na zijn dood in zijn onsterfelijke ziel ontvangt, naar de mate van zijn geloof en zijn werken. Deze vergelding bestaat in het mogen binnentreden in de gelukzaligheid van de hemel, onmiddellijk dan wel na een evenredige loutering, of het verwezen worden naar de eeuwige verdoemenis in de hel.