
28 juni 2005
Het woord lichaam (vlees) duidt de mens aan in zijn zwakte en sterfelijkheid: “Het vlees is de spil van het heil” (Tertullianus). Wij geloven in God, die de Schepper is van het lichaam; wij geloven in het Woord, dat mensgeworden is om het lichaam te verlossen; wij geloven in de verrijzenis van het lichaam, als de voltooiing van de schepping en verlossing van het lichaam.
Dat betekent dat de uiteindelijke staat van de mens niet alleen de geestelijke, van het lichaam gescheiden ziel is, maar dat ook ons sterfelijk lichaam weer levend zal worden.
Zoals Christus waarlijk verrezen is uit de doden en voor altijd leeft, zo zal Hij zelf allen op de laatste dag tot leven wekken, met een onvergankelijk lichaam: “Die het goede deden zullen te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5, 29).