Na de Hemelvaart van haar Zoon helpt zij de eerstelingen van de Kerk met haar gebeden. Ook na haar tenhemelopneming gaat zij door met ten beste te spreken voor haar kinderen, met voor allen een voorbeeld in geloof en liefde te zijn, en met het uitoefenen op hen van een heilzame invloed, die voortvloeit uit de overvloed van Christus’ verdiensten. De gelovigen zien in haar een beeld van en een vooruitlopen op de verrijzenis die hen wacht, en roepen haar aan als voorspreekster, helpster, bijstand en middelares.