H. Paus Johannes Paulus II - 1 oktober 1998
Vereerde broeders in het bisschopsambt, veelgeliefde broeders en zusters
De viering van de Wereldgebedsdag voor de Roepingen op 25 april 1999, de vierde zondag van Pasen, is een geregeld terugkerende oproep om aandachtig een fundamenteel element van het leven van de kerk te overdenken: de roeping tot het gewijde ambt en het godgewijde leven.
Ter voorbereiding op het Grote Jubileum verbreedt het jaar 1999 "de horizon van de gelovigen zodat zij de dingen zullen zien zoals Christus zelf ze zag: in het perspectief van de 'Vader die in de hemel is' Vgl. Mt. 5, 45 ". H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Nu het derde millennium van de nieuwe tijd nadert, Tertio millennio adveniente (10 nov 1994), 49 Dit jaar is een uitnodiging om na te denken over de roeping die de werkelijke horizon van elk mensenhart is: het eeuwig leven. In dat licht wordt het belang geopenbaard van de roepingen tot het priesterschap en het godgewijde leven, waardoor de hemelse Vader van wie "elke goede gave, elk volmaakt geschenk neerdaalt van boven" (Jak. 1, 17), zijn kerk blijft verrijken.
Spontaan stijgt er een loflied op uit het hart: "Gezegend is de God en Vader van onze Heer Jezus Christus" (Ef. 1, 3) voor het geschenk van ontelbare roepingen tot het priesterambt en het godgewijde leven in zijn verschillende vormen, ook in deze eeuw die ten einde loopt.
God toont zich onophoudelijk als Vader via mannen en vrouwen die, gedreven door de kracht van de Heilige Geest, in woord en daad, soms zelfs tot en met het martelaarschap, getuigen van hun onvoorwaardelijke toewijding in het dienen van hun broeders en zusters. Door het gewijde ambt van bisschop, priester en diaken biedt Hij de blijvende zekerheid van de sacramentele tegenwoordigheid van Christus de Verlosser Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 22 waarbij Hij, dankzij hun onvervangbaar dienstwerk, de kerk doet groeien in de eenheid van een lichaam en de verscheidenheid van roepingen, ambten en charisma's.
Hij heeft de Geest overvloedig over zijn adoptiefkinderen uitgestort en zo, in de verschillende vormen van het godgewijde leven, zijn vaderliefde die de hele mensheid bijeen wil brengen, zichtbaar gemaakt. Zijn liefde is een liefde die geduldig wacht en met vreugde degene ontvangt die ver weg geweest is; een liefde die opvoedt en bijstuurt; die de honger naar liefde van iedere mens stilt. Hij blijft wijzen naar de horizonten van het eeuwig leven die het hart openen voor de hoop, zelfs temidden van moeilijkheden, lijden, dood, vooral door de tussenkomst van hen die alles in de steek hebben gelaten om Christus te volgen en zich volledig te wijden aan de verwerkelijking van zijn rijk.
Gedurende dit aan de hemelse Vader toegewijde jaar wil ik alle gelovigen uitnodigen na te denken over de roepingen tot het gewijde ambt en het godgewijde leven en daarbij stap voor stap het gebed volgen, dat Jezus zelf ons geleerd heeft, het "Onze Vader".
Elke roeping heeft zijn wortels in het doopsel, het moment waarop de christen, "geboren uit water en geest" (Joh. 3, 5), gaat deelnemen in het gebeuren van de genade waarbij Jezus aan de oevers van de Jordaan geopenbaard werd als de "geliefde Zoon" in wie de Vader vreugde vindt Vgl. Lc. 3, 5 . Uit het doopsel ontspringt voor elke christelijke roeping de bron van de echte vruchtbaarheid. Daarom dient er de grootste zorg besteed te worden aan het op weg helpen van catechumenen en kinderen bij de herontdekking van het doopsel en het aanknopen van een authentieke kinderlijke betrekking met God.
Heiligheid, een geschenk waarom continu gebeden moet worden, vormt het kostbaarste en meest daadkrachtige antwoord op de honger van de wereld van vandaag naar hoop en leven. De mensheid heeft behoefte aan heilige priesters en godgewijde zielen die elke dag leven vanuit een volledige zelfgave aan God en aan de naaste; vaders en moeders die in staat zijn binnen de muren van hun gezin te getuigen van de genade van het sacrament van het huwelijk en zo bij de mensen met wie zij in contact komen, het verlangen wekken het plan van de Schepper met gezin en familie te verwezenlijken; jongeren die persoonlijk Christus ontdekt hebben en zodanig in de ban zijn geraakt, dat zij hun leeftijdgenoten hun passie voor het evangelie overdragen.
Mogen zij, die geroepen zijn tot het priesterschap of het godgewijde leven, bereid zijn met een edelmoedige beschikbaarheid het zaad van de roeping dat God in hun hart plant, te ontvangen. Terwijl Hij hen ertoe brengt Christus met heel het hart te volgen, nodigt de Vader hen uit vrije en blije apostelen van het rijk te worden. In het edelmoedig antwoord op die uitnodiging zullen zij het ware geluk vinden, waar hun hart naar uitgaat.
Naar het voorbeeld van Maria moeten we leren ons hart op te voeden tot hoop, door het te openen voor dat 'onmogelijke' van God, dat doet juichen van vreugde en dankbaarheid. Voor hen die ruimhartig op de uitnodiging van de Heer ingaan, worden de gelukkige en droevige gebeurtenissen van het bestaan de stof voor een gesprek vol vertrouwen met de Vader en een gelegenheid tot blijvende herontdekking van de eigen identiteit als uitverkoren kind dat geroepen is met een eigen en specifieke rol deel te hebben aan het grote werk van het heil van de wereld, dat door Christus begonnen is en nu is toevertrouwd aan zijn kerk.
God die de menselijke zwakheid kent, heeft een weg van barmhartigheid en vergeving bereid als ervaring om met elkaar te delen - men krijgt vergiffenis en vergeeft - opdat in het door de genade hernieuwde leven de trekken verschijnen van de ware kinderen van de ene hemelse Vader.
De strijd tegen het kwaad die Christus zonder mededogen gevoerd heeft, is nu aan de kerk en aan iedere christen volgens zijn eigen roeping, charisma of ambt, toevertrouwd. Een wezenlijke rol is weggelegd voor hen die uitverkoren zijn voor een gewijd dienstwerk: bisschoppen, priesters en diakens. Maar een onvervangbare en specifieke bijdrage wordt eveneens geboden door de instituten van gewijd leven, waarvan de leden "door hun toewijding en totale zelfgave de liefdevolle en heilbrengende aanwezigheid van Christus zichtbaar maken, Hij, die door de Vader geheiligd en in de wereld is gezonden". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 76
We willen benadrukken, dat de bevordering van roepingen tot het gewijde ambt en het godgewijde leven een harmonieuze taak voor de hele kerk en alle gelovigen moet worden. Aan hen gebiedt de Heer: "Vraag de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst." (Lc. 10, 2)
Laten wij ons, in het bewustzijn van dit alles, eenstemmig richten tot de hemelse Vader, schenker van al wat goed is:
Goede Vader, in Christus uw Zoon openbaart U ons uw liefde, U omhelst ons als uw kinderen en biedt ons de mogelijkheid in uw wil de trekken van uw ware gelaat te ontdekken.Uit het Vaticaan, 1 oktober 1998, gedachtenis van de heilige Theresia van het Kind Jezus, kerklerares.Heilige Vader, U roept ons om heilig te worden zoals U heilig bent. Wij vragen U, dat het uw kerk nooit zal ontbreken aan dienaren en heilige apostelen die, met het woord en de sacramenten, de weg bereiden naar de ontmoeting met U.
Barmhartige Vader, geef de mensheid die op drift is, mannen en vrouwen die met het getuigenis van een naar het beeld van uw Zoon veranderd leven met alle andere broeders en zusters vol blijdschap verder trekken naar het hemels vaderland.
Onze Vader, met de stem van uw Heilige Geest en vol vertrouwen op de moederlijke tussenkomst van Maria vragen wij U vurig: zend uw kerk priesters, die dappere getuigen zijn van uw oneindige goedheid.
Amen!
Paus Johannes Paulus II