
Paus Franciscus - 15 augustus 2017
In het huis van Elizabeth en haar man Zacharias, waar voordien droefheid heerste omdat er geen kinderen waren, heerst nu vreugde door de komst van een kind: een kind dat de grote Johannes de Doper zal worden, voorloper van de Messias. En als Maria komt, loopt de vreugde over en jubelt het hart, want de onzichtbare maar reële aanwezigheid van Jezus geeft zin aan alles: aan het leven, het gezin, het heil van het volk ... aan alles! Deze totale vreugde komt tot uiting door Maria’s stem in het prachtige gebed dat het Evangelie van Lucas ons heeft overgedragen en dat men het Catechismus-Compendium
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
(28 juni 2005) noemt, naar het eerste woord ervan in het Latijn. Het is een lofzang aan God die grote dingen doet voor nederige mensen, onbekend in de wereld, zoals Maria zelf, zoals Haar man Jozef, en zoals ook de plaats waar zij wonen: Nazareth. God doet grote dingen door nederige mensen, want nederigheid is als leegde die plaats maakt voor God. De nederige is machtig omdat hij nederig is, niet omdat hij sterk is. Dat is de grootheid van de nederige en van de nederigheid. Ik zou u de vraag willen stellen – en ook aan mezelf – maar niet luidop antwoorden, antwoordt in uw hart: "hoe is het met mijn nederigheid gesteld"?