• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De in Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
van het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
voorziene absolutie, die aan meerdere penitenten tegelijkertijd en zonder voorafgaande individuele biecht gegeven wordt, moet in het licht en binnen het kader van de voorafgaande normen worden begrepen en daaraan beantwoordend toegepast. Zij heeft namelijk "het karakter van een uitzondering" H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 32 en kan in het algemeen slechts gegeven worden:

  1. in doodsgevaar en indien er voor de priester(s) onvoldoende tijd is om de belijdenissen van de afzonderlijke penitenten te horen.
  2. indien er een ernstige noodsituatie is, dat wil zeggen, als er, rekening houdend met het aantal biechtelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om de belijdenissen van de afzonderlijke penitenten ordentelijk en binnen een passende tijd te horen, zodat de penitenten buiten hun schuld gedwongen zouden zijn de sacramentele genade of de heilige communie voor langere tijd te ontberen; als voldoende gemotiveerde noodsituatie geldt echter niet, als alleen op grond van een grote toeloop van penitenten, zoals dat bij een groot feest of tijdens een bedevaart kan voorkomen, niet genoeg biechtvaders ter beschikking kunnen staan" Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 961. § 1
      Wat betreft het geval van een ernstige noodsituatie, geldt zeer nauwkeurig het volgende:
    1. Het gaat om objectieve uitzonderingssituaties, zoals die kunnen voorkomen in missiegebieden of in parochies waar gelovigen afgescheiden leven, en die de priester maar éénmaal per jaar of slechts enkele keren per jaar kan bezoeken, als oorlogssituaties, meteorologische verhoudingen of andere soortgelijke omstandigheden het hem toestaan.
    2. De beide in de canon vastgelegde voorwaarden voor een ernstige noodsituatie mogen niet van elkaar gescheiden worden; daarom reikt alleen de onmogelijkheid wegens priestertekort de individuele biecht niet ordentelijk en 'binnen passende tijd' afgenomen kan worden, nooit toe. Deze onmogelijkheid moet met de omstandigheid verbonden zijn, dat in het andere geval de penitenten gedwongen zouden zijn buiten hun schuld 'langere tijd' de sacramentele genade te ontberen. Daarom moet rekening gehouden worden met de totale situatie van penitenten en bisdom ten aanschouwen van de pastorale organisatie alsook van de toegankelijkheid van het sacrament van de boete voor de gelovigen.
    3. De eerste voorwaarde, de onmogelijkheid om de belijdenissen 'op ordentelijke wijze' 'binnen een passende tijd' te kunnen horen, heeft alleen maar betrekking op de tijd, die voor de absoluut noodzakelijke, geldige en waardige toediening van het sacrament terecht noodzakelijk is. Een langer zielzorg-gesprek dat naar gunstiger omstandigheden verschoven kan worden speelt in deze samenhang geen rol. De terechte passende tijd, binnen welke de belijdenissen gehoord kunnen worden, zal afhangen van de reële mogelijkheden van de biechtvader respectievelijk biechtvaders en de penitenten zelf.
    4. Wat betreft de tweede voorwaarde, zal een verstandige beoordeling ramen hoe lang - voorzover geen doodsgevaar bestaat - de tijd van ontbering der sacramentele genade moet zijn, opdat de onmogelijkheid overeenkomstig Wetboek
      Codex Iuris Canonici
      Codex van het Canonieke recht
      (25 januari 1983)
      daadwerkelijk gegeven is. Deze beoordeling is onverstandig als zij de zin van de fysieke of morele onmogelijkheid vertekent, zoals het bijvoorbeeld geval zou zijn bij de mening dat bij een tijdsbestek van minder dan een maand sprake zou zijn van een dergelijke ontbering voor "langere tijd".
    5. Het is ontoelaatbaar, situaties van een schijnbare zware noodsituatie op te wekken of te doen ontstaan, die het resultaat zijn van een verzuimde ordentelijke toediening van het sacrament wegens het geen acht slaan op de hierboven aangevoerde norm 1 en norm 2; en nog minder die welke ontstaan door de optie van de gelovigen voor de generale absolutie, alsof het gaat om één van beide in het Rituale beschreven ordentelijke vormen van gelijkwaardige mogelijkheden.
    6. De grote toeloop alleen van penitenten is niet voldoende om een noodtoestand te betekenen, noch bij hoogfeesten noch bij bedevaarten noch om tourismegebonden- of andere redenen die met de toenemende mobiliteit van de mensen samenhangen.

Document

Naam: MISERICORDIA DEI
Over enkele aspecten van de viering van het Sacrament van boete en verzoening
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Motu Proprio
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 7 april 2002
Copyrights: © 2002, www.stpiusx.nl
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test