
H. Paus Johannes Paulus II - 7 april 2002
Zowel bisschoppen als pastoors en rectoren van kerken en heiligdommen moeten regelmatig toetsen of daadwerkelijk de grootst mogelijke vergemakkelijking voor de biecht van de gelovige bestaat. Aanbevolen wordt in het bijzonder de zichtbare aanwezigheid van biechtvaders in de plaatsen voor de eredienst op de voorziene tijden; het aanpassen van deze tijden aan de werkelijke levenssituatie van de penitenten en de bijzondere bereidheid om vóór de viering van de H. Mis de Biecht af te nemen en, in zover andere priesters ter beschikking staan, te voldoen aan de behoefte van de gelovigen ook tijdens de H. Mis te biechten. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Responsa ad dubia proposita (1 jan 2001). Notitiae 37 (2001) 259-260
De in Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) van het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) voorziene absolutie, die aan meerdere penitenten tegelijkertijd en zonder voorafgaande individuele biecht gegeven wordt, moet in het licht en binnen het kader van de voorafgaande normen worden begrepen en daaraan beantwoordend toegepast. Zij heeft namelijk "het karakter van een uitzondering" H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 32 en kan in het algemeen slechts gegeven worden: