Achilles kard. Silvestrini - 6 januari 1996
Het Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991) geeft de aanbeveling om de ziekenzalving aan de zieken toe te dienen telkens wanneer zij ernstig ziek zijn Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 738. (canon 738) en bepaalt dat dit dienstwerk alleen aan de priesters is voorbehouden. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 739. (canon 739 § 1 ) Vervolgens wordt opnieuw gewezen op het gebruik van sommige Oosterse Kerken om voor de viering ervan verschillende priesters bijeen te brengen, en wordt de aanbeveling gedaan om dit gebruik, waar mogelijk, te behouden. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 737. (canon 737 §2) De concelebratie door verschillende priesters drukt immers sterker de bekommernis van heel de kerkgemeenschap uit voor de zieke om samen met hem of haar de gevaren voor ziel en lichaam te trotseren en te overwinnen. Met betrekking tot de te onderhouden liturgische riten schrijft het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken voor dat de olie, die voor het sacrament van
de ziekenzalving moet worden gebruikt, gezegend moet worden tijdens de viering van het sacrament en wel door de priester die het toedient, tenzij het particuliere recht van de Kerk sui iuris anders bepaalt. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 741. (canon 741) Bovendien wordt gevraagd "dat de zalvingen met zorg worden toegediend, met de woorden, in de volgorde en op de wijze, zoals voorgeschreven in de liturgische boeken", ook al is "in geval van noodzaak één enkele zalving met de eigen formule voldoende". Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 742. (canon 742)