Achilles kard. Silvestrini - 6 januari 1996
Men dient op te merken, dat voor de geldigheid van het huwelijk de verplichting geldt van de heilige ritus, d.w.z. van de zegen door de priester, en dit is specifiek voor het Oosterse recht. In de Latijnse Kerk wordt alleen de aanwezigheid vereist van de plaatselijke ordinaris of pastoor of van een priester of zelfs van een diaken die daartoe gedelegeerd is. Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 1108. § 1 In de Oosterse traditie dient de priester niet alleen te assisteren, maar ook het huwelijk te zegenen. Zegenen betekent dat hij krachtens zijn priesterlijke heiligingsmacht handelt als de werkelijke bedienaar van het sacrament, opdat de huwenden door God worden verenigd naar het beeld van de onvergankelijke eenheid van het huwelijk van Christus met de Kerk, en opdat zij door de sacramentele genade aan elkaar zijn toegewijd.
Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991) van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken preciseert ook dat, in het geval van een huwelijksviering enkel in aanwezigheid van getuigen, bruid en bruidegom alsnog zo snel mogelijk de huwelijkszegen van de priester moeten ontvangen.