Achilles kard. Silvestrini - 6 januari 1996
Deze instructie die werd opgesteld vanuit de aanwijzingen van de Heilige Stoel en de tradities van de Oosterse liturgieën, beperkt zich tot het formuleren van de beginselen en regels die gelden voor alle oosters-katholieke Kerken. Het gezag van elke Kerk sui iuris wordt overeenkomstig de aanwijzingen van de Apostolische Constitutie H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Sacri Canones
Promulgatie van de Codex Canonum Ecclesiarum Orientalum (CCEO), het kerkelijk wetboek voor de Oosterse Kerken (18 oktober 1990) uitgenodigd deze in alle openheid te ontvangen en in te voegen in de voorschriften van hun particulier liturgisch recht.
Voor groepen van Kerken sui iuris die tot eenzelfde liturgische familie behoren, zoals Kerken van de Byzantijnse of van de Assyrisch-Chaldeeuwse traditie, zal de Heilige Stoel erop toezien in samenwerking met de betreffende Kerken meer gedetailleerde aanwijzingen op te stellen. Iedere Kerk sui iuris die tot dergelijke families behoort, zal overeenkomstig nader te bepalen modaliteiten ervoor zorgen dat een geheel aan normen wordt opgesteld met als doel zowel onderhavig document, als het voor de gehele liturgische familie op te stellen document aan te passen aan hun eigen specifieke situatie.
De Kerken sui iuris die echter niet tot een bredere liturgische familie behoren, zullen zo snel mogelijk hun eigen particuliere normen uitwerken, op basis van onderhavige instructie. De Heilige Stoel is bereid baar eigen experts ter beschikking te stellen om met de Kerken sui iuris samen te werken bij het opstellen van dergelijke particuliere normen, als deze Kerken dat nodig achten en erom vragen. Aan het einde van dit traject zal dan het Liturgisch Directorium van elke Kerk sui iuris aan de Heilige Stoel worden voorgelegd.