Achilles kard. Silvestrini - 6 januari 1996
Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991) van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken bevestigt dat de Kerk de plicht heeft de sacramenten toe te dienen "om in een zichtbaar teken de mysteries van Christus mee te delen", en dat daarin "onze Heer Jezus Christus de mensen heiligt door de kracht van de Heilige Geest, opdat zij op bijzondere wijze ware aanbidders van God de Vader worden, en daardoor worden geënt op de Kerk, zijn Lichaam". Vóór alles delen de sacramenten dus de mysteries van Christus mee, d.w.z. alles wat Hij op aarde heeft volbracht ter verwezenlijking van het geheim dat van eeuwigheid verborgen was in de gedachten van God, de Schepper van het heelal Vgl. Ef. 3, 9-11
"om het heelal in Christus onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde" (Ef. 1, 10) en ons "hei lig en vlekkeloos te doen zijn voor zijn aangezicht in liefde" (Ef. 1, 4).
De mysteries van Christus worden ons meegedeeld door middel van zichtbare tekenen. De sacramenten vormen dus de plaats waar de geschapen dingen worden opgenomen om God dank te brengen en zo bereiken zij hun volle betekenis. De economie van de goddelijke genade die aan de mensen wordt gegeven, wordt verwezenlijkt door handelingen en woorden Vgl. Hand. 1, 1 , waardoor de "kosmische elementen" hun waarde krijgen: vooral het menselijk lichaam, vervolgens water, olie, brood en wijn; zaken zoals de eucharistische beker, het gewijde gebouw met al wat het verbeeldt en bevat, vooral het kruis en de heilige iconen, alsook de gewijde tijd en plaatsen zelf. Deze elementen worden met tussenkomst van de Heilige Geest opgenomen door de Heer Jezus, door Hem samengebracht en aan de Kerk toevertrouwd als instrumenten van heilbrengende sacramentaliteit. Hiervan bedient de genade van de Heilige Geest zich voor de verlossing en heiliging van de mens en de kosmos Vgl. Rom. 8, 16-25 en om aan de Vader de meest waardige eredienst te brengen. In deze context krijgen de liturgische zegeningen en handelingen heel hun betekenis. In de theologie van de liturgie - en dus ook in de mystagogie van het volk - moet dit alles belangrijke stof zijn voor reflectie en uitleg.