• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De functie van de bisschop

De inrichting van de liturgische functies, welke aan het kerkelijk gezag is toevertrouwd, wordt ingevuld door de huidige wetgeving in Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
, waar wordt gesproken over de functie van "de eparchiale bisschop als de leider, bevorderaar en behoeder van het gehele liturgische leven van de eparchie". In andere canones rust een gelijkaardige taak op zijn medewerkers: de protopresbyters Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 278. 278, §1), de pastoors Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 289. canon 289, §2 en de rectoren van kerken. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 309

Het is de taak van de bisschop erop toe te zien, dat het liturgisch leven "zoveel mogelijk bevorderd wordt en dat het geregeld wordt overeenkomstig de voorschriften, alsook de gebruiken van de eigen Kerk sui iuris". Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 199. § 1 De bisschop handelt dus niet alleen op basis van zijn eigen oordeel of van de plaatselijke gebruiken, maar verwijst naar het eigen erfgoed van de Kerk sui iuris. Op deze wijze wordt het gezag van iedere bisschop een deelname aan een groter gezag dat het liturgische leven van de eigen Kerk sui iuris regelt.

De bisschop dient bij de uitoefening van zijn taak als leider van het liturgische leven niet te handelen naar willekeur, noch borg te staan voor het gedrag van groepen of facties, maar dient samen met zijn geestelijkheid de zorgzame behoeder te zijn van het liturgische geweten dat werkzaam aanwezig is in het levend geheugen van het hem toevertrouwde Godsvolk. Zoals de sensus fidelium bepalend is voor het geloofsbegrip, zo is zij dat ook voor het behoud van de viering van dat geloof. Het volle op zijn beurt dient trouw te zijn aan de aanwijzingen van de herder, zich in te spannen om deze ten diepste te verstaan en in praktijk te brengen. Men dient eparchiale commissies te vormen met experts ter bevordering van een beter begrip en betere viering van de liturgie. In het rijpingsproces van het Godsvolk op liturgisch vlak zal de aanwezigheid van authentieke gemeenschappen van Oosterse monniken en monialen van groot belang zijn als plaatsen waar, dankzij de gave van de Heilige Geest, het dagelijks in geloof gevierde Mysterie ten volle wordt beleefd.

Document

Naam: INSTRUCTIE OVER DE TOEPASSING VAN DE LITURGISCHE VOORSCHRIFTEN UIT CANONIEK WETBOEK VAN DE OOSTERSE KERKEN
Soort: Congregatie voor de Oosterse Kerken
Auteur: Achilles kard. Silvestrini
Datum: 6 januari 1996
Copyrights: © 2017, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 14, p. 9-108
Bewerkt: 1 september 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test