
Paus Franciscus - 18 juni 2017
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
In Italië en vele andere landen viert men op deze zondag het feest van het Lichaam en het Bloed van Christus – men gebruikt dikwijls de Latijnse benaming Corpus Domini of Corpus Christi. Elke zondag verzamelt de Christengemeenschap zich rond de Eucharistie, het sacrament dat Jezus op het laatste avondmaal heeft ingesteld. Wij hebben ieder jaar de vreugde het feest te vieren dat aan dit centrale mysterie van het geloof gewijd is, om ten volle onze aanbidding uit te drukken van Christus, die zich geeft als voedsel en drank tot heil.
Het citaat uit het Evangelie van deze dag, genomen uit Sint-Jan, is een deel van de broodrede. Vgl. Joh. 6, 51-58 Jezus zegt: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald (...) Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven van de wereld” (Joh. 6, 51). Hij wil zeggen dat de Vader Hem in de wereld heeft gezonden als voedsel tot eeuwig leven, en dat Hij daartoe zichzelf, Zijn vlees, zal offeren. Inderdaad, op het kruis heeft Jezus Zijn lichaam gegeven en Zijn bloed vergoten. De gekruisigde Mensenzoon is het ware Paaslam dat uit de slavernij van de zonde leidt en behoud is op de weg naar het beloofde land. De Eucharistie is het sacrament van Zijn vlees, gegeven om de wereld te doen leven; wie zich daarmee voedt, blijft in Jezus en leeft door Hem. Op Jezus gelijken betekent in Hem zijn, kind worden in de Zoon.
In de Eucharistie vergezelt Jezus ons zoals Hij dat deed met de leerlingen van Emmaüs, pelgrims in de geschiedenis, om in ons het geloof, de hoop en de liefde te voeden; om ons in de beproevingen te bemoedigen; om ons te steunen in het engagement voor gerechtigheid en vrede. Deze solidaire aanwezigheid van Gods Zoon is overal: in de steden en op het platteland, in het Noorden en het Zuiden van de wereld, in landen met een christelijke traditie en landen van de eerste evangelisatie. En in de Eucharistie geeft Hij zichzelf als spirituele kracht om ons te helpen Zijn bevel in praktijk te brengen – elkaar beminnen zoals Hij ons bemind heeft – door gastvrije en open gemeenschappen te vormen voor ieders nood, vooral van de meest kwetsbare, arme en behoeftige mensen.
Ons voeden met Jezus in de Eucharistie betekent ook ons met vertrouwen aan Hem overgeven en ons door Hem laten leiden. Het gaat erom Jezus te ontvangen in de plaats van het ik. Aldus voedt de belangeloze liefde die wij in de Eucharistische communie van Christus en door het werk van de Heilige Geest ontvangen, onze liefde voor God en de broeders en zusters die wij op onze dagelijkse weg ontmoeten. Gevoed met het Lichaam van Christus, worden wij steeds inniger en concreter het mystieke Lichaam van Christus. De apostel Paulus herinnert ons eraan: “geeft niet de beker der zegening die wij zegenen, gemeenschap met het bloed van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood” (1 Kor. 10, 16-17).
Moge de Maagd Maria, die steeds verenigd was met Jezus, het Brood des levens, ons helpen de schoonheid van de Eucharistie te herontdekken, ons er met geloof mee te voeden, om in gemeenschap met God en de broeders te leven.