Paus Franciscus - 13 juni 2017
Terwijl wij in onze dagen steeds meer de onbeschaamde rijkdom zien die zich opstapelt in de handen van enkele bevoorrechten, en die vaak gepaard gaat met illegaliteit en krenkende uitbuiting van de menselijke waardigheid, zien we helaas de aanstootgevende verbreiding van de armoede in heel de wereld in grote sectoren van de maatschappij. Ten opzichte van dit scenario kan men niet werkeloos blijven en nog minder hierin berusten. Het is nodig om met een nieuwe visie te antwoorden op de armoede die de ondernemingsgeest van zoveel jongeren belemmert en hen verhindert werk te vinden, op de armoede die de zin voor verantwoordelijkheid afstompt en ertoe leidt de voorkeur te geven aan afschuiven en het zoeken naar privileges, op de armoede die de gemeenschappelijke bronnen vergiftigt en de ruimte voor professionaliteit beperkt en zo afbreuk doet aan de verdienste van wie werkt en produceert.
Al deze armen - zoals de zalige Paulus VI graag zei - behoren “door evangelisch recht” tot de Kerk H. Paus Paulus VI, Toespraak, Bij de opening van de tweede zitting van het Tweede Vaticaans Concilie, Salvete (29 sept 1963), 59 en verplichten tot een fundamentele keuze voor hen. Zalig daarom de handen die zich openen om de armen te ontvangen en hun te hulp te komen: het zijn de handen die hoop brengen. Zalig de handen die iedere barrière van cultuur, godsdienst en nationaliteit overwinnen door olie van vertroosting op de wonden van de mensheid te gieten. Zalig de handen die zich openen zonder iets in ruil daarvoor te vragen, zonder “als”, zonder “maar”, en zonder “misschien”: het zijn handen die op broeders en zusters de zegen van God doen neerdalen.