Paus Franciscus - 13 juni 2017
Er zijn echter momenten geweest dat de christenen niet volledig hebben geluisterd naar deze oproep door zich te laten besmetten met een wereldse mentaliteit. Maar de Heilige Geest heeft niet opgehouden hen eraan te herinneren de blik strak gericht te houden op het wezenlijke. Hij heeft immers mannen en vrouwen doen opstaan die op verschillende wijzen hun leven hebben aangeboden ten dienste van de armen. Hoeveel bladzijden geschiedenis zijn er in deze tweeduizend jaar geschreven door Christenen die in alle eenvoud en nederigheid en met de edelmoedige fantasie van de naastenliefde hun armste broeders en zusters hebben gediend!
Onder hen valt vooral het voorbeeld van Franciscus van Assisi op, dat door talrijke andere heilige mannen en vrouwen in de loop der eeuwen is gevolgd. Hij stelde zich niet tevreden met de lepralijders te omarmen en hun een aalmoes te geven, maar hij besloot naar Gubbio te gaan om bij hen te zijn. Hijzelf zag in deze ontmoeting de omslag van zijn bekering: “Toen ik in zonde leefde, leek het mij te bitter lepralijders te zien en de Heer zelf bracht mij onder hen en betoonde hun barmhartigheid. En toen ik mij van hen verwijderde, werd wat mij bitter leek, bij mij veranderd in zachtheid van ziel en lichaam”. H. Franciscus van Assisi, Testamentum. 1-3: FF 110 Dit getuigenis laat de omvormende kracht zien van de naastenliefde en de levensstijl van de Christenen.
Laten wij niet aan de armen denken als alleen maar degenen voor wie eenmaal per week het vrijwilligerswerk iets goeds moet doen of nog minder: degenen voor wie geïmproviseerde gebaren van goede wil moeten worden gemaakt om het geweten gerust te stellen. Deze ervaringen, hoe goed en nuttig ook om te sensibiliseren voor de noden van zoveel broeders en zusters en de ongerechtigheden die vaak de oorzaak ervan zijn, zouden moeten leiden tot een ware ontmoeting met de armen en ruimte moeten maken voor een samen delen dat een levensstijl wordt. In feite is het zo: het gebed, de weg van het leerlingschap en de bekering vinden in de naastenliefde die samen delen wordt, de bevestiging van hun evangelische authenticiteit. En uit deze levensstijl komen vreugde en gemoedsrust voort, omdat wij met onze eigen handen het vlees van Christus aanraken. Als wij werkelijk Christus willen ontmoeten, is het noodzakelijk dat wij zijn lichaam aanraken in het gewonde lichaam van de armen als antwoord op de sacramentele Communie, ontvangen in de eucharistie. Het Lichaam van Christus, gebroken in de heilige Eucharistie, laat zich door de gedeelde naastenliefde terugvinden in het gelaat en de persoon van de zwakste broeders en zusters. Nog steeds klinken de woorden van de heilige bisschop Chrysostomus actueel:
“Als u het lichaam van Christus wilt eren, veracht het dan niet, wanneer het naakt is; eert de eucharistische Christus niet met zijden paramenten, terwijl u deze andere Christus die door koude en naaktheid wordt gekweld, buiten de tempel verwaarloost”. H. Johannes Chrysostomos, Preek over het Evangelie volgens MattheĆ¼s, In Matthaeum Homilia. 50,3: PG 58
Wij zijn daarom geroepen de hand uit te steken naar de armen, hen te ontmoeten, hen in de ogen te kijken, hen te omarmen om hun de warmte van de liefde die de cirkel van eenzaamheid verbreekt, te laten voelen. Hun hand die naar ons wordt uitgestoken, is ook een uitnodiging om buiten onze zekerheden en ons gemak te treden en de waarde te erkennen die de armoede op zich vormt.