LORSQUE NOUS AVONSTot het eerste congres van de Europese unie van deskundigen in boekhouden, economie en financieën
(Soort document: Paus Pius XII - Toespraak)
Paus Pius XII -
9 oktober 1953
III - Het sociale geweten van de boekhouder
Fouten tegen het sociale geweten
Op de derde plaats wilden wij spreken over het sociale geweten. Het gevoel voor de gemeenschap en de wil om haar te dienen moeten uw innerlijke houding en beroepswerk kenmerken. Er bestaat een financiële en economische „gehechtheid aan zichzelf' om niet te zeggen „egoïsme", die een intellectuele dwaling inhoudt en tevens een lage en immorele afwijking van gevoel en wil.
De eisen van de sociale rechtvaardigheid
De industrieën, de financiële genootschappen en banken, de groothandel, in één woord heel het economische leven met zijn in onze dagen zo ingewikkelde werking en zijn internationale betrekkingen grijpen in het leven van de gemeenschap in en oefenen van alle kanten daarop een diepgaande invloed uit. Maar de gemeenschap heeft recht van bestaan en eist, dat zij niet wordt opgeofferd voor de privébelangen van particulieren. Hieruit volgt, dat degenen, die invloed hebben op het functioneren van de economie en de financiën, hun oordeel en handelwijze moeten bepalen volgens de beginselen van de sociale moraal. De gemeenschap, waarmee zij te doen hebben, is een lichaam, waarvan de afzonderlijke organen een verschillende taak en functie hebben. Zij omvat verschillende klassen en moet deze alle van dienst zijn, niet slechts een enkele er van, zoals bijv. die van de ondernemers of van de arbeiders, die van de grote of kleine bezitters. De eisen van de sociale rechtvaardigheid zijn overal dezelfde in hun abstracte formulering, maar hun concrete vorm hangt ook af van de omstandigheden van tijd, plaats en cultuur.

© 1955, Ecclesia Docens, uitg. Gooi & Sticht 0762 p. 68-76
Vert.: Chr. Oomen, M. Mulders C.ss.R. en J. Kahmann C.ss.R.; in samenw. met J. Mulders C.ss.R.