Paus Franciscus - 20 november 2016
Misericordia en misera zijn twee woorden die Sint-Augustinus gebruikt om de ontmoeting tussen Jezus en de overspelige vrouw te beschrijven. Vgl. Joh. 8, 1-11 Hij kon geen mooiere en passender uitdrukking vinden om het mysterie van de liefde van God die de zondaar tegemoet gaat, te doen begrijpen: Ze bleven alleen achter: de schamele zondares en de goddelijke barmhartigheid. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 33,5 Zoveel medelijden en goddelijke gerechtigheid in dit verhaal! Zijn onderricht werpt een licht op de afsluiting van het Buitengewoon Jubeljaar van de Barmhartigheid en wijst ons de weg. We worden uitgenodigd die weg te volgen.
Dit fragment uit het Evangelie kan terecht beschouwd worden als een icoon van wat we tijdens het Heilig Jaar gevierd hebben: een tijd van barmhartigheid die in onze gemeenschappen verder gevierd en beleefd moet worden. Barmhartigheid kan niet zomaar tussen twee haakjes gezet worden in het leven van de Kerk; ze behoort ten diepste tot het ware wezen van de Kerk, zodat de waarheid van het Evangelie zichtbaar, tastbaar wordt. Alles openbaart zich in de barmhartigheid. Alles wordt opgelost in de barmhartige liefde van de Vader.
Een vrouw en Jezus ontmoeten elkaar. Zij, een overspelige vrouw die volgens de Wet gestenigd moet worden. Hij, die door zijn verkondiging en totale zelfgave tot op het kruis de wet van Mozes terugbracht tot zijn ware oorspronkelijke bedoeling. Centraal staat noch de wet, noch de wettelijke gerechtigheid, maar de liefde van God, die in het hart van ieder mens kan lezen en er het diepst verborgen verlangen zoekt. Gods liefde moet voorrang hebben op alles. Dit evangelieverhaal is geen abstracte ontmoeting van zonde en oordeel, maar van een zondares en haar Verlosser. Jezus keek de vrouw in de ogen, las in haar hart haar verlangen naar begrip, vergeving en bevrijding. De ellende van de zonde werd bedekt met de barmhartigheid van de liefde. Er is geen oordeel van Jezus dat niet doordrenkt is van erbarmen en medelijden voor de situatie van de zondares. Aan hen die willen oordelen en haar tot de dood veroordelen, antwoordt Jezus met een lange stilte. Zo kan Gods stem spreken tot het geweten van de vrouw en dat van haar belagers die de stenen uit hun handen laten vallen en wegtrekken, de een na de ander. Vgl. Joh. 8, 9 Na deze stilte zegt Jezus: Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld? ... Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer (Joh. 8, 10-11). Jezus helpt de vrouw om hoopvol naar de toekomst te kijken en haar nieuwe leven te beginnen. Als zij het wil, kan ze voortaan in liefde leven. Vgl. Ef. 5, 2 Bekleed met barmhartigheid, zelfs al blijft de broosheid van de zonde, zal ze bedekt worden met liefde die haar toelaat om verder te kijken en anders te leven.
Jezus had dit al duidelijk gemaakt toen een vrouw die voor iedereen als een zondares bekend stond, hem tijdens een maaltijd met een farizeeër, opzocht. Vgl. Lc. 7, 36-50 Zij wreef geurige olie over Jezus' voeten, met haar tranen maakte zij zijn voeten nat en met haar haren droogde ze die af. Vgl. Lc. 7, 37-38 Aan de geërgerde farizeeër antwoordde Jezus: "Haar vele zonden zijn vergeven, getuige haar grote liefde. Maar wie weinig wordt vergeven, heeft weinig liefde." (Lc. 7, 47).
Vergeving is het meest zichtbare teken van de liefde van de Vader, die Jezus tijdens heel zijn leven wilde openbaren. Er is geen bladzijde van het Evangelie waar dit gebod om lief te hebben, tot en met het vergeven toe, niet aanwezig is. Zelfs op het laatste moment van zijn aardse bestaan, toen Hij aan het kruis werd genageld, sprak Jezus woorden van vergeving: "Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen." (Lc. 23, 34)
Niets van wat een berouwvolle zondaar aan Gods barmhartigheid voorlegt, kan uitgesloten worden van zijn vergeving. Daarom heeft niemand van ons het recht om vergeving voorwaardelijk te maken. Barmhartigheid is altijd een gratuite daad van onze hemelse Vader, een onvoorwaardelijk en onverdiend liefdesgebaar. Bijgevolg kunnen we niet ingaan tegen de volledige vrijheid van de liefde waarmee God het leven van iedereen binnenkomt.
Barmhartigheid is een concreet gebaar van liefde dat door te vergeven het leven omvormt en verandert. Zo wordt zijn goddelijk mysterie zichtbaar. God is barmhartig Vgl. Ex. 34, 6 ; zijn liefde kent geen grenzen. Vgl. Ps. 136 Generatie na generatie omarmt Hij iedereen die op Hem vertrouwt en verandert Hij hen door zijn eigen leven te schenken.
Hoeveel vreugde welde op in het hart van deze twee vrouwen, de overspelige vrouw en de zondares! Vergeving maakte dat ze zich uiteindelijk vrij en gelukkig voelden zoals nooit voorheen. Hun tranen van schaamte en pijn veranderden in de glimlach van iemand die zich bemind weet. Barmhartigheid wekt vreugde, want het hart opent zich voor hoop op een nieuw leven. De vreugde over de vergeving is onuitsprekelijk, maar elke keer als we vergiffenis krijgen, stralen wij ze uit. Haar bron is de liefde waarmee God naar ons toekomt en de cirkel van egoïsme die ons omringt doorbreekt, om ons op onze beurt tot instrumenten van barmhartigheid te maken.
Hoe betekenisvol zijn in dit verband de oude woorden waardoor de eerste christenen zich lieten leiden: "Bekleed je met vreugde die altijd aangenaam en welgevallig is voor God en vind daar je vreugde in. Want al wie vreugdevol is doet goed, denkt wat goed is en veracht droefheid (...) Allen die droefheid verwerpen en zich bekleden met vreugde, zullen leven voor God." Apostolische Vader, De Herder van Hermas, Hermae Pastor. XLII, 1-4 Barmhartigheid ondervinden schenkt vreugde. Laten wij nooit toelaten dat zorgen en moeilijkheden die vreugde afnemen. Moge zij stevig in ons hart geworteld blijven en ons in staat stellen de dagelijkse belevenissen sereen te benaderen.
In een samenleving die niet zelden overheerst wordt door technologische bedrevenheid merken we een toename van eenzaamheid en droefgeestigheid, niet in het minst bij jongeren. De toekomst lijkt gegijzeld door onzekerheid die geen stabiliteit toelaat. Dit leidt vaak tot gevoelens van melancholie, droefheid en verveling, die geleidelijk aan tot wanhoop voeren. Wij hebben nood aan mensen die getuigen van hoop en ware vreugde, teneinde de hersenschimmen te verjagen die instant geluk in kunstmatige paradijzen beloven. Het gevoel van leegte dat zovele mensen ervaren, kan maar overwonnen worden door de hoop die we in ons hart dragen en door de vreugde die eruit voortvloeit. We moeten de vreugde aanvaarden die opwelt in een hart geraakt door barmhartigheid. Laat ons de woorden van de Apostel ter harte nemen: "Verheug u altijd in de Heer" (Fil. 4, 4). Vgl. 1 Tess. 5, 16
Wij hebben een intens jaar gevierd waarin genade en barmhartigheid ons rijkelijk gegeven werden. Zoals een hevige en heilzame wind zijn de goedheid en barmhartigheid van de Heer verspreid over heel de aarde. Omdat God ons gedurende een lange tijd met deze liefdevolle blik heeft aangekeken, kunnen we niet onverschillig blijven; deze blik heeft ons leven definitief veranderd.
Bovenal voelen we de nood om de Heer te danken en Hem te zeggen: "Heer, U hebt uw land weer in liefde aanvaard (...) U hebt de schuld van uw volk weggenomen en al zijn zonden bedekt" (Ps. 85, 2-3). Zo is het gebeurd: God heeft onze fouten vertrapt en al onze zonden op de bodem van de zee geworpen. Vgl. Mich. 7, 19 Hij herinnert ze zich niet meer, Hij heeft ze de rug toegekeerd. Vgl. Jes. 38, 17 Als van oost naar west, zo ver heeft Hij onze zonden van zich af geworpen. Vgl. Ps. 103, 12
De Kerk heeft tijdens dit Heilig Jaar aandachtig geluisterd. Zij heeft de aanwezigheid en nabijheid van God intens ervaren; met de Heilige Geest heeft Hij de Kerk in staat gesteld om beter te begrijpen hoe het leven en de roeping van Jezus gericht waren op het schenken van vergeving. Het was werkelijk een nieuw bezoek van de Heer in ons midden. Wij voelden dat zijn levengevende adem over de Kerk uitgestort werd, en nogmaals, zijn woorden verwezen naar onze zending: "Ontvang de Heilige Geest. Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden" (Joh. 20, 22-23).
Bij de afsluiting van dit Jubeljaar is het tijd om vooruit te blikken en om te begrijpen hoe we de ervaring van de goddelijke barmhartigheid met vreugde, trouw en enthousiasme kunnen voortzetten. Onze gemeenschappen zullen levendig en dynamisch kunnen blijven in hun zending van de nieuwe evangelisatie, in de mate waarin de pastorale bekering die van ons allen wordt gevraagd Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 27 elke dag wordt doordrenkt van de vernieuwende kracht van de barmhartigheid. Laten we haar werkzaamheid niet inperken. Laten we de Geest die altijd nieuwe wegen aanwijst om aan allen het heilbrengende Evangelie te verkondigen, niet ontgoochelen.
Vooreerst zijn we geroepen om de barmhartigheid te vieren. Hoeveel rijkdom is er niet aanwezig in het gebed van de Kerk wanneer zij God als barmhartige Vader aanroept! In de liturgie wordt barmhartigheid niet alleen verschillende keren afgesmeekt, maar ze wordt ook werkelijk ontvangen en ervaren. Van het begin tot het einde komt in de Eucharistieviering herhaaldelijk de barmhartigheid naar voren in de dialoog tussen de biddende gemeenschap en het hart van de Vader, die zich erin verheugt zijn barmhartige liefde uit te storten. Na het eerste gebed om vergeving, met de aanroeping: Heer, ontferm U over ons, worden we onmiddellijk gerustgesteld: Moge de almachtige God ons barmhartig zijn, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwige leven. In dit vertrouwen komt de gemeenschap samen rond de aanwezigheid van de Heer, vooral op de heilige dag van de verrijzenis. Veel gebeden - 'openingsgebeden' - herinneren ons aan het grote geschenk van barmhartigheid. Tijdens de veertigdagentijd bidden wij bijvoorbeeld als volgt: God, alle goedheid en barmhartigheid begint bij U, en om te herstellen wat de zonde heeft verstoord, hebt Gij ons geleerd te vasten en te bidden en met anderen ons bezit te delen. Laat ons genade vinden in uw ogen als wij onze schuld erkennen. Wees barmhartig; en nu het geweten ons bezwaart, doe ons opstaan uit de zonde. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Openingsgebed voor de derde zondag van de veertigdagentijd Tijdens de zondagen door het jaar bidden wij de prefatie met de woorden: Zozeer hebt Gij de wereld liefgehad dat Gij ons een verlosser hebt gezonden, in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde. Want Gij wilt in ons beminnen wat U welgevallig is in uw Zoon. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Prefatie voor de zondagen door het jaar VII Het vierde eucharistische gebed is een hymne op Gods barmhartigheid: " (In uw barmhartigheid) zijt Gij hem met alle hulp tegemoet gesneld, zodat wie U zoeken wil, U reeds heeft gevonden. Over ons allen, vragen wij, erbarm U" Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Eucharistisch gebed II, luidt de smeekbede van de priester in het eucharistische gebed wanneer hij de deelname aan het eeuwige leven afsmeekt. Na het Onze Vader vervolgt de priester met een bede om vrede en bevrijding van de zonde door uw barmhartigheid. En voor de vredeswens, als uitdrukking van broederlijke verbondenheid en wederzijdse liefde in het licht van de ontvangen vergeving, bidt hij nogmaals: "Let niet op onze zonden, maar op het geloof van uw Kerk". Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Communieritus Door deze woorden vragen we in nederig vertrouwen de gave van eenheid en vrede voor onze Moeder de heilige Kerk. De viering van barmhartigheid bereikt haar hoogtepunt in het eucharistische offer, gedachtenis van het paasmysterie van Christus, bron van heil voor iedere mens, voor de geschiedenis en voor de wereld. Zo verwijst ieder moment van de Eucharistieviering naar Gods barmhartigheid.
In alle Sacramenten wordt ons overvloedig barmhartigheid geschonken. Het is betekenisvol dat de Kerk de barmhartigheid expliciet vermeldt in de formulering van de twee Sacramenten van genezing namelijk het Sacrament van de verzoening en het Sacrament van de ziekenzalving. In de absolutieformule zegt de Biechtvader: "God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon, en de Heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden; Hij schenke u door het dienstwerk van de Kerk vrijspraak en vrede". Congregatie voor de Riten, Ordo van het Sacrament van Boete en Verzoening, Ordo Paenitentiae (2 dec 1973). nr. 46 In de ziekenzalving bidt de priester: "Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van zijn Heilige Geest". Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, De pastorale zorg rond de zieken en de ziekenzalving, Ordo unctionis infirmorum eurumque pastoralis curae (7 dec 1972). nr. 76 In het gebed van de Kerk is de verwijzing naar Gods barmhartigheid niet louter bedoeld als aansporing; het bidden om barmhartigheid is performant, dat wil zeggen dat de barmhartigheid ons effectief geschonken wordt wanneer wij er in geloof om vragen. Als we belijden dat Gods barmhartigheid waarachtig en noodzakelijk is, dan zal zij ons daadwerkelijk transformeren. Dit is een van de wezenlijke elementen van ons geloof, dat we moeten bewaren in al zijn oorspronkelijkheid. Vóór de openbaring van de zonde is er de openbaring van de liefde waarmee God de wereld en de mensen heeft geschapen. Liefde is de eerste handeling van God waarmee Hij zich laat kennen en ons tegemoetkomt. Laten we daarom ons hart openstellen en vertrouwen in Gods liefde voor ons. Zijn liefde gaat ons bestaan vooraf, ze begeleidt ons en verlaat ons niet, ondanks onze zonde.
In deze context heeft het luisteren naar het Woord van God een bijzondere betekenis. Iedere zondag wordt in de christelijke gemeenschap het Woord van God verkondigd zodat de dag des Heren verlicht wordt door het Paasmysterie. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 106 In de Eucharistieviering zijn we getuigen van een werkelijke dialoog tussen God en zijn volk. De verkondiging van de heilsgeschiedenis die doorheen de Schriftlezingen tot ons komt, is niets anders dan de verkondiging van Gods mateloze barmhartigheid. God spreekt ook vandaag tot ons als vrienden. Hij gaat met ons om Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 2 om ons te leiden en ons de weg ten leven te tonen. Zijn woord roept onze vragen en zorgen wakker, maar het biedt tegelijkertijd een werkzaam antwoord dat ons overtuigt van zijn nabijheid. Heel belangrijk is de homilie waarin "de waarheid samengaat met het schone en het goede" Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 142, om het hart van de gelovigen tot ontroering te brengen tegenover de grootheid van de barmhartigheid! Ik spoor jullie aan om de homilie voor te bereiden en om zorg te dragen voor de predicatie. Zij zal des te vruchtbaarder zijn als de priester zelf de barmhartige goedheid van de Heer ervaren heeft. Het overbrengen van de zekerheid dat God ons liefheeft is geen retorische oefening, maar de voorwaarde voor de geloofwaardigheid van het priesterschap. De persoonlijke ervaring van barmhartigheid is de beste weg voor een waarachtige verkondiging van troost en bekering in het pastorale leven. De homilie moet net als de catechese voortdurend ondersteund worden door het kloppende hart van het christelijk leven.
De Bijbel is het grote verhaal van de wondere daden van Gods barmhartigheid. Iedere bladzijde is doordrongen van de liefde van de Vader, die het universum heeft willen doordrenken van de tekenen van zijn liefde. Doorheen de woorden van de Profeten en de Wijsheidsboeken heeft de Heilige Geest de geschiedenis van Israël zo vormgegeven dat men Gods tederheid en nabijheid erin herkent, ondanks de ontrouw van het volk. Jezus' leven en prediking zijn doorslaggevend voor de geschiedenis van de christelijke gemeenschap, die haar eigen zending begrijpt vanuit Christus' opdracht om een voortdurend instrument van zijn barmhartigheid en vergeving te zijn. Vgl. Joh. 20, 23 Doorheen de Heilige Schrift, bezield door het geloof van de Kerk, spreekt de Heer verder tot zijn Bruid en toont haar wegen om het Evangelie van de verlossing naar iedereen te brengen. Het is mijn grote wens dat het Woord van God steeds meer gevierd, gekend en verspreid wordt, opdat het doorheen het mysterie van de liefde, die opwelt uit deze bron van barmhartigheid, steeds beter begrepen wordt. Zoals de Apostel verduidelijkt: "Elk Schriftwoord is door God geïnspireerd en is dus bruikbaar voor het onderricht, voor het weerleggen van dwalingen, voor de verbetering van de zeden en voor de opvoeding tot een rechtschapen leven" (2 Tim. 3, 16).
Het zou goed zijn mocht de gemeenschap op een zondag doorheen het liturgisch jaar haar engagement voor de verspreiding, kennis en verdieping van de Heilige Schrift vernieuwen: een zondag helemaal gewijd aan het Woord van God om de onuitputtelijke rijkdom te vatten die voortkomt uit de voortdurende dialoog tussen God en zijn volk. Creativiteit kan ongetwijfeld helpen om bij dergelijke gelegenheden de gelovigen te stimuleren levende instrumenten te worden die het Woord doorgeven. Een van deze initiatieven is zeker de bredere verspreiding van de lectio divina, om het geestelijke leven te ondersteunen en te doen groeien door de biddende lezing van een heilige tekst. De lectio divina over thema's gelinkt aan de barmhartigheid kan de vruchtbaarheid van een heilige tekst aan het licht brengen wanneer die gelezen wordt in het kader van de spirituele traditie van de Kerk, en uitmonden in daden en concrete werken van naastenliefde. Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 86-87
Het vieren van de barmhartigheid gebeurt heel in het bijzonder in het Sacrament van de verzoening. Hierin voelen we de omhelzing van de Vader die ons tegemoetkomt om ons opnieuw de genade te schenken zijn kinderen te zijn. Wij zijn zondaars, en wij dragen de last van de tegenstrijdigheid tussen wat we willen doen en wat we in feite doen. Vgl. Rom. 7, 14-21 Toch gaat de genade ons altijd vooraf en krijgt ze gestalte in barmhartigheid die verzoening en vergeving bewerkt. God laat ons immers zijn onmetelijke liefde verstaan als wij erkennen dat we zondaars zijn. Genade is veel sterker en overstijgt alle mogelijke weerstand, want liefde overwint alles. Vgl. 1 Kor. 13, 7
In het Sacrament van de verzoening toont God de weg om naar Hem terug te keren en nodigt Hij ons uit om opnieuw zijn nabijheid te ervaren. Die vergeving ontvangen we door in de eerste plaats in de liefde te leven. De apostel Petrus herinnert ons daaraan als hij schrijft dat "liefde tal van zonden bedekt" (1 Pt. 4, 8). Alleen God vergeeft zonden, maar Hij vraagt dat ook wij bereid zijn anderen te vergeven zoals Hij ons vergeeft: "Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie schulden heeft bij ons" (Mt. 6, 12). Hoe triest is het als wij opgesloten blijven in onszelf, niet in staat om te vergeven! Wrok, woede, wraak nemen dan de bovenhand, maken ons ongelukkig en verhinderen ons om barmhartig te zijn.
De genade die de Kerk krachtig ervaren heeft tijdens het Jubeljaar was zeker te danken aan de dienst van de missionarissen van barmhartigheid. Hun pastorale opdracht wil duidelijk maken dat God geen wegversperringen plaatst voor hen die Hem zoeken met een berouwvol hart, want als een Vader gaat Hij hen tegemoet. Ik heb veel vreugdevolle getuigenissen ontvangen van mensen die de Heer opnieuw ontmoet hebben in het Sacrament van de verzoening. Laten we de gelegenheid niet missen om het geloof te beleven als een ervaring van verzoening. Ook vandaag spoort de Apostel ons aan: "Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5, 20) zodat iedere gelovige de kracht van de liefde kan ontdekken die van ons "een nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17) maakt.
Ik dank iedere missionaris van de barmhartigheid voor de waardevolle dienst die de werkdadigheid van de genade van de vergeving mogelijk maakte. Toch eindigt deze buitengewone dienst niet met de sluiting van de Heilige Deur. Ik verlang ernaar om deze dienst tot nader order verder te zetten, als een concreet teken dat de genade van het Jubeljaar altijd en overal werkzaam is. Als uitdrukking van mijn steun en nabijheid zal de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie de missionarissen van de barmhartigheid in die periode begeleiden en de geschiktste vormen zoeken voor de uitoefening van deze kostbare diensttaak.
Ik hernieuw mijn vraag aan de priesters om zich met grote zorg voor te bereiden op de Biecht, die een waarachtige priesterlijke zending is. Ik dank jullie hartelijk voor jullie dienst en ik vraag jullie iedereen te verwelkomen, te getuigen van de vaderlijke tederheid ondanks de ernst van de zonde, liefdevol te helpen nadenken over het begane kwaad, duidelijk te zijn in het aanreiken van ethische principes; beschikbaar te zijn om gelovigen te begeleiden op hun boeteweg en daarbij geduldig hun tempo te volgen; scherpzinnig te zijn in de onderscheiding van elke individuele situatie en vrijgevig in het verlenen van Gods vergeving. Zoals Jezus verkoos te zwijgen om de overspelige vrouw te redden van de veroordeling tot de dood, zo zal de priester zich met een grootmoedig hart bewust zijn van de eigen levenssituatie, als zondaar en als bedienaar van barmhartigheid.
Ik zou willen dat we allemaal nadenken over de woorden die de Apostel, op het einde van zijn leven, aan Timoteüs geschreven heeft, wanneer hij belijdt dat hij de eerste van de zondaars is, "maar daarom juist heb ik barmhartigheid ondervonden" (1 Tim. 1, 16). Paulus' woorden hebben de overtuigingskracht om ook ons te laten nadenken over ons leven en om Gods barmhartigheid die ons verandert, bekeert en ons hart omvormt, aan het werk te zien: "Ik zeg dank aan Hem die mij gesterkt heeft, Christus onze Heer, omdat Hij mij vertrouwen heeft geschonken, door mij in zijn dienst te nemen, hoewel ik vroeger een godslasteraar was, een vervolger en een overmoedige. Maar ik heb barmhartigheid ondervonden" (1 Tim. 1, 12-13).
Laten we met een altijd vernieuwende pastorale passie de woorden van de Apostel gedenken: "God heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de dienst van de verzoening toevertrouwd" (2 Kor. 5, 18). Met het oog op dit ambt zijn wij als eersten vergeven, om bevoorrechte getuigen te zijn van de universaliteit van de vergeving. Geen wet of voorschrift kan God verhinderen de zoon te omhelzen die naar Hem terugkomt, zijn vergissing erkent en beslist opnieuw te beginnen. Het zich louter baseren op wettelijke voorschriften is het geloof en Gods barmhartigheid dwarsbomen. De wet heeft een propedeutische waarde Vgl. Gal. 3, 24 met de liefde als doel. Vgl. 1 Tim. 1, 5 Toch wordt de christen uitgenodigd om de nieuwheid van het Evangelie, "de wet van de Geest die in Christus Jezus het leven schenkt" (Rom. 8, 2) te beleven. Zelfs in de moeilijkste gevallen, waar we geneigd zijn om gerechtigheid louter op basis van normen te doen gelden, moeten we geloven in de kracht die voortkomt uit de goddelijke genade.
Wij, Biechtvaders, maken veel bekeringen mee voor onze ogen. Laten we ons dan verantwoordelijk weten voor de daden en woorden die het hart van de Biechtelingen kunnen raken, opdat ze de nabijheid en tederheid van de Vader die vergeeft, kunnen ontdekken. Laten we die momenten niet verloren laten gaan door gedragingen die in tegenspraak zijn met de ervaring van barmhartigheid waarnaar de Biechteling zoekt. Laten we liever helpen de ruimte van het persoonlijke geweten te verlichten met Gods oneindige liefde. Vgl. 1 Joh. 3, 20
Het Sacrament van de verzoening moet zijn centrale plaats in het christelijk leven terugvinden. Dit vereist dat priesters zich ten dienste stellen van "de dienst van de verzoening" (2 Kor. 5, 18) zodat niemand die ernstig berouw heeft de toegang tot de Vader, die op zijn terugkeer wacht, geweigerd wordt en zodat de mogelijkheid om de bevrijdende kracht van de vergeving te ervaren aan iedereen geschonken wordt.
Een goed initiatief daartoe is 24 uren voor de Heer, dat gevierd kan worden rond de vierde zondag van de veertigdagentijd. Dit initiatief, dat al plaatsvond in veel bisdommen, is van een grote pastorale waarde: het moedigt een intense beleving aan van het Sacrament van de verzoening.
Op grond van deze nood, en opdat er geen enkele hindernis zou staan tussen de vraag naar verzoening en de vergeving van God, verleen ik vanaf nu aan alle priesters, krachtens hun ambt, de mogelijkheid om de absolutie voor de zonde van abortus te geven. Wat ik heb toegestaan tijdens de beperkte duur van het Jubeljaar Vgl. Paus Franciscus, Brief, Een aflaat wordt verleend aan de gelovigen bij gelegenheid van het Heilig Jaar van Barmhartigheid (1 sept 2015) wordt nu, niettegenstaande andersluidende bepalingen, verlengd in de tijd. Ik wil nogmaals met alle kracht herhalen dat abortus een zware zonde is, omdat ze een einde maakt aan een onschuldig leven. Maar met dezelfde kracht moet en kan ik ook beweren dat er geen zonde bestaat die niet door Gods barmhartigheid aangeraakt en vernietigd kan worden, op voorwaarde dat ze een berouwvol hart vindt dat vraagt om de verzoening met de Vader. Moge iedere priester daarom, op deze bijzondere weg naar verzoening, een gids, steun en troost zijn voor de Biechtelingen.
In de loop van het Jubeljaar heb ik aan de gelovigen die om verschillende redenen naar de kerken gingen van de priesters van de Broederschap van Sint-Pius X, de mogelijkheid gegeven om geldig en geoorloofd de Sacramentele absolutie van hun zonden te ontvangen. Vgl. Paus Franciscus, Brief, Een aflaat wordt verleend aan de gelovigen bij gelegenheid van het Heilig Jaar van Barmhartigheid (1 sept 2015) Omwille van het pastorale welzijn van deze gelovigen en vertrouwend op de goede wil van hun priesters om met Gods hulp te streven naar de volle gemeenschap in de katholieke Kerk, beslis ik persoonlijk om deze mogelijkheid te verlengen tot buiten de periode van het Jubeljaar, totdat er nieuwe maatregelen genomen worden. Zo zal niemand uitgesloten worden van het Sacramentele teken van de verzoening door de vergeving van de Kerk.
Een ander gezicht van de barmhartigheid is de troost. "Troost, troost mijn volk" (Jes. 40, 1) zijn de indringende woorden die de profeet ook vandaag laat horen, opdat allen die lijden en pijn hebben een woord van hoop zouden horen. Dat we ons de hoop die voortkomt uit het geloof in de verrezen Heer niet laten afnemen. Het is waar dat we soms harde beproevingen ondergaan, maar laten wij de zekerheid dat de Heer ons bemint, nooit verliezen. Zijn barmhartigheid in dagen van verdriet en smart toont zich ook in de nabijheid, genegenheid en ondersteuning van broeders en zusters. Tranen drogen is een concrete daad die de cirkel van eenzaamheid, waarin we vaak opgesloten zitten, doorbreekt.
Allemaal hebben we nood aan troost, want niemand van ons is vrij van lijden, pijn en onbegrip. Hoeveel pijn wordt veroorzaakt door een woord van haat dat voortkomt uit nijd, jaloersheid en woede! Hoeveel lijden komt niet voort uit de ervaring van verraad, geweld en in de steek gelaten worden! Hoeveel bitterheid door de dood van geliefde personen! Nochtans is God nooit ver wanneer dergelijke tragische gebeurtenissen ons overvallen. Een hartverwarmend woord, een omarming die medeleven uitdrukt, een teder gebaar dat ons liefde doet voelen, een gebed dat ons sterker maakt ... het zijn allemaal uitdrukkingen van Gods nabijheid doorheen de troost die onze broeders en zusters ons bieden.
Soms kan ook de stilte een grote steun zijn. Vaak zijn er geen woorden om te antwoorden aan wie lijdt. Toch kan het medelijden van hen die aanwezig en nabij zijn, die beminnen en de hand vasthouden, de afwezigheid van woorden goedmaken. Het is niet waar dat stilte een teken van onmacht is. Integendeel, het is een moment van kracht en liefde. Stilte maakt ook deel uit van de taal waarmee wij troosten omdat ze concreet toont hoe wij delen in het lijden van een broeder of zuster.
In een tijd zoals de onze, gekenmerkt door zoveel crisissen, ook die van het gezin, is het belangrijk om tot onze gezinnen een woord van steun en kracht te spreken. Het geschenk van het huwelijk is een grote roeping, waaraan met de genade van Christus, een edelmoedige, trouwe en geduldige liefde beantwoordt. De schoonheid van het gezin blijft onveranderd, ondanks problemen en alternatieve voorstellen: "De vreugde van de liefde die beleefd wordt in gezinnen is ook de blijdschap van de Kerk". Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over vreugde van de liefde, Amoris Laetitia (19 mrt 2016), 1 De levensweg die ertoe leidt dat man en vrouw elkaar ontmoeten, elkaar beminnen en elkaar voor God trouw beloven voor altijd, wordt vaak onderbroken door lijden, verraad en eenzaamheid. Vreugde om het geschenk van kinderen gaat gepaard met ouderlijke zorgen over hun groei, vorming en toekomst.
De genade van het Sacrament van het huwelijk sterkt niet alleen het gezin opdat het een bevoorrechte plaats zou zijn om de barmhartigheid te beleven. Ze verbindt ook de christelijke gemeenschap en de pastoraal ertoe om de grote waarde van het gezin als levensmodel te belichten. Dit Jubeljaar mag echter de complexiteit niet verdoezelen van de realiteit waarin gezinnen leven. De ervaring van barmhartigheid maakt ons bekwaam om alle menselijke moeilijkheden te bekijken vanuit het perspectief van Gods liefde die nooit moe wordt mensen te verwelkomen en te begeleiden. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over vreugde van de liefde, Amoris Laetitia (19 mrt 2016), 291-300
We mogen niet vergeten dat we allemaal de rijkdom en het gewicht van onze persoonlijke geschiedenis meedragen. Dit maakt ons juist uniek. Ons leven, met zijn vreugde en pijn, is iets unieks en onherhaalbaar dat zich afspeelt onder de barmhartige blik van God. Dit vraagt, vooral van priesters, een zorgvuldige, grondige en scherpzinnige geestelijke onderscheiding zodat niemand uitgesloten wordt, in welke situatie hij ook leeft en dat ieder zich aanvaard kan voelen door God, actief kan deelnemen aan het gemeenschapsleven, deel kan uitmaken van het volk van God dat onvermoeibaar op weg is naar de volheid van het Rijk van God, een rijk van gerechtigheid, liefde, vergeving en barmhartigheid.
Het stervensmoment heeft een bijzondere betekenis. De Kerk heeft deze ingrijpende overgang altijd beleefd in het licht van de verrijzenis van Jezus Christus, die de weg opent voor de zekerheid van het toekomstige leven. We staan op dit vlak voor een grote uitdaging, vooral in de huidige cultuur die vaak neigt tot het bagatelliseren van de dood, zelfs tot het herleiden van de dood tot zuivere fictie of het volledig uit het zicht bannen van de dood. We moeten daarentegen de dood erkennen, ons erop voorbereiden als een pijnlijke en onvermijdelijke overgang met een rijke betekenis, namelijk de laatste daad van liefde tegenover de mensen die we achterlaten en tegenover God naar wie we gaan. In alle godsdiensten zijn het stervensmoment en dat van de geboorte omringd met een religieuze betekenis. Als Christenen beleven wij de uitvaartliturgie als een hoopvol gebed voor de ziel van de overledene en als troost voor hen die lijden onder het afscheid van een geliefd persoon.
Ik ben ervan overtuigd dat onze door geloof gedragen pastoraal kan tonen hoe ons liturgisch handelen en ons bidden uitdrukkingen zijn van Gods barmhartigheid. Het is de Heer zelf die tot ons woorden van hoop spreekt, opdat niets of niemand ons zou kunnen scheiden van zijn liefde. Vgl. Rom. 8, 35 De aanwezigheid van de priester bij dit afscheid is een belangrijke vorm van pastorale zorg, want het laat de nabijheid van de christelijke gemeenschap ervaren op een moment van zwakheid, eenzaamheid, onzekerheid en verdriet.
Het Jubeljaar eindigt met het sluiten van de Heilige Deur. Maar de deur van barmhartigheid van ons hart blijft altijd wijd openstaan. Wij hebben geleerd dat God zich zorgzaam over ons buigt Vgl. Hos. 11, 4 opdat ook wij Hem zouden navolgen en zorgzaam kunnen omgaan met onze broeders. Het vurige verlangen van zovelen om terug te keren naar het huis van de Vader, die wacht op hun terugkeer, werd ook opgewekt door vele oprechte en edelmoedige getuigenissen. De Heilige Deur waar we doorheen stapten, was de toegangspoort tot de weg van de naastenliefde, die we elke dag opnieuw, trouw en vreugdevol, dienen te gaan. Het is de weg van de barmhartigheid waarop we veel broeders en zusters ontmoeten, medemensen die ons de hand reiken en ons tot tochtgenoot maken.
Ons verlangen om dicht bij Christus te zijn, vereist dat we onze broeders en zusters nabij zijn, want niets is de Vader welgevalliger dan een oprecht gebaar van barmhartigheid. Door haar aard zelf wordt de barmhartigheid zichtbaar en tastbaar in specifieke daden. Wanneer we dit één keer in waarheid ervaren hebben, kunnen we niet meer terug. De barmhartigheid groeit voortdurend en verandert ons leven. Zij creëert een authentieke, nieuwe wereld, een nieuw hart in een nieuwe schepping, een hart dat in staat is om ten volle lief te hebben; zijn zuivert onze blik, zodat wij de verborgen noden kunnen ontdekken. Hoe waar zijn de woorden die de Kerk in de paaswake bidt, na de lezing van het scheppingsverhaal: "God, een wonder was de schepping van de mens, zijn verlossing is een nog groter wonder". Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Paaswake, gebed na de eerste lezing
Barmhartigheid vernieuwt en bevrijdt, omdat ze de ontmoeting is tussen twee harten: het hart van God en dat van de mens. Dit laatste wordt verwarmd en genezen door het eerste. Het hart van steen wordt een hart van vlees Vgl. Ez. 36, 26 , dat in staat is lief te hebben, ondanks de zonde. Hier ervaren we werkelijk een nieuwe schepping Vgl. Gal. 6, 15 : ik word bemind, dus ik besta; ik word vergeven, dus word ik herschapen tot nieuw leven; mij werd barmhartigheid bewezen, dus word ik op mijn beurt een instrument van barmhartigheid.
Tijdens het Heilig Jaar, en in het bijzonder op de 'vrijdagen van de barmhartigheid', kon ik tastbaar ervaren hoeveel goeds er in de wereld is. Vaak blijft het verborgen, omdat het onopvallend en stilzwijgend wordt gedaan. Ook al krijgen ze vaak weinig ruchtbaarheid, toch bestaan er vele gebaren van goedheid en tederheid die de kleinsten en zwaksten, de meest eenzamen en verlatenen omringen. Helden van naastenliefde die in solidariteit leven met armen en ongelukkigen, bestaan echt. Laten we de Heer danken voor deze waardevolle geschenken, die ons uitnodigen om vreugde te vinden in de zwakheid van de gekwetste mensheid. Ik denk met dankbaarheid terug aan zovele vrijwilligers, die door hun toewijding aan een aangegaan engagement, dagelijks Gods aanwezigheid en nabijheid tonen. Hun dienst is een authentiek werk van barmhartigheid, dat velen helpt om dichter tot de Kerk te komen.
Nu is het de tijd om ruimte te geven aan het creatieve vermogen van de barmhartigheid om vele nieuwe werken, de vruchten van de genade, in het leven te roepen. De Kerk heeft vandaag nood aan het vertellen over "de vele andere tekenen" die Jezus verricht heeft, en "die niet zijn neergeschreven" (Joh. 20, 30), zodat ook zij spreken van de vruchtbaarheid van de liefde van Christus en van de gemeenschap die leeft vanuit Hem. Na meer dan tweeduizend jaar maken de werken van barmhartigheid Gods goedheid zichtbaar.
Vandaag lijden hele bevolkingsgroepen honger en dorst. Beelden van kinderen die niets te eten hebben, baren grote zorgen. Massa's mensen blijven emigreren van het ene naar het andere land, op zoek naar voedsel, werk, asiel en vrede. Allerlei ziekten veroorzaken een voortdurend lijden, dat schreeuwt om hulp, troost en ondersteuning. Gevangenissen zijn plaatsen waar opsluiting samengaat met ernstige ontberingen, te wijten aan onmenselijke omstandigheden. Analfabetisme is nog wijd verspreid en verhindert de opvoeding van kinderen. Het stelt hen bloot aan nieuwe vormen van slavernij. De cultuur van het extreme individualisme, vooral in het Westen, leidde tot het loslaten van de zin voor solidariteit die gepaard ging met verantwoordelijkheid voor anderen. God zelf blijft vandaag voor velen onbekend. Dit is de grootste armoede en de belangrijkste hindernis voor de erkenning van de onvervreemdbare waardigheid van het menselijk leven.
Kortom, de lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid zijn tot op vandaag de bevestiging van de grote positieve invloed van de barmhartigheid als sociale waarde. Zij zet ons aan om de mouwen op te stropen en om metterdaad miljoenen mensen hun waardigheid terug te geven. Zij zijn onze broers en zussen die met ons geroepen zijn om een "betrouwbare stad" op te bouwen. Paus Franciscus, Encycliek, Licht van het geloof, Lumen Fidei (29 juni 2013), 50
Tijdens dit Heilig Jaar werden vele concrete gebaren van barmhartigheid gesteld. Gemeenschappen, gezinnen, gelovigen herontdekten de vreugde van het delen en de schoonheid van de solidariteit. Nochtans volstaat dit niet. De wereld blijft nieuwe vormen van geestelijke en materiële armoede voortbrengen die de waardigheid van mensen aantasten. Daarom moet de Kerk altijd waakzaam blijven om nieuwe werken van barmhartigheid te ontdekken en ze met edelmoedigheid en enthousiasme om te zetten in daden.
Laten we ons inspannen om naastenliefde concreet gestalte te geven en om tegelijkertijd de werken van barmhartigheid verstandig aan te pakken. Barmhartigheid heeft een inclusieve werking. Daardoor neigt ze ertoe zich uit te breiden als een olievlek, zonder grenzen. In die zin worden we geroepen om een nieuw gezicht te geven aan de werken van barmhartigheid, zoals we die nu kennen. Want barmhartigheid kent geen maat, altijd gaat ze verder en is ze vruchtbaar. Zij is als zuurdeeg dat het deeg doet rijzen Vgl. Mt. 13, 33 , als het mosterdzaadje dat een boom wordt. Vgl. Lc. 13, 19
Denken wij bijvoorbeeld alleen nog maar aan het lichamelijk werk van barmhartigheid: de naakten kleden. Vgl. Mt. 25, 36.38.43.44 Het brengt ons terug naar het begin, in de tuin van Eden, wanneer Adam en Eva ontdekten dat ze naakt waren en toen ze de Heer hoorden naderen, schaamte voelden en zich verborgen. Vgl. Gen. 3, 7-8 Wij weten dat ze door de Heer gestraft werden. Toch maakte Hij kleren van huiden voor de mens en zijn vrouw en kleedde hen daarmee (Gen. 3, 21). De schaamte wordt overwonnen en de waardigheid teruggevonden.
Laten we onze blik richten op Jezus, op Golgota. Op het kruis is de Zoon van God naakt. De soldaten hadden zijn kleed afgenomen en erom geloot. Vgl. Joh. 19, 23-24 Hij had niets meer. Op het kruis openbaart Jezus tot het uiterste toe zijn solidariteit met hen die alle waardigheid verloren hebben en beroofd zijn van het noodzakelijkste. Zoals ook de Kerk geroepen is om "het kleed van Christus" Vgl. H. Cyprianus van Carthago, Over de eenheid van de Katholieke Kerk, De catolicae ecclesiae unitate (1 jan 250). 7 te zijn en haar Heer te kleden, net zo is ze verplicht solidair te zijn met allen die naakt zijn op de wereld, opdat ze de waardigheid die hen ontnomen werd, zouden terugvinden. "Ik was naakt en jullie hebben mij gekleed" (Mt. 25, 36): het dwingt ons om onze blik niet af te wenden van de nieuwe vormen van armoede en marginalisatie, die mensen verhinderen een waardig leven te leiden.
Geen werk hebben en geen rechtmatig loon ontvangen, geen huis of grond hebben om te wonen, gediscrimineerd worden vanwege geloof, ras of sociale status: het zijn maar een paar voorbeelden van situaties die de waardigheid van de mens aantasten. Op dergelijke inbreuken antwoordt de christelijke barmhartigheid vooral met waakzaamheid en solidariteit. Hoeveel situaties bestaan er vandaag niet waar we de individuele waardigheid kunnen herstellen en waarachtig menselijk leven mogelijk maken! Het volstaat te denken aan de vele jonge kinderen die allerhande vormen van geweld ondergaan en beroofd worden van de vreugde om te leven. Hun trieste en verwilderde gezichten blijven in mijn geheugen geprent. Zij vragen onze hulp om bevrijd te worden van de slavernij in onze hedendaagse wereld. Deze kinderen zijn de jongeren van morgen. Hoe kunnen we hen voorbereiden om op een waardige en verantwoorde manier te leven? Met welke hoop kunnen zij hun heden en toekomst aanpakken?
Het sociale karakter van de barmhartigheid vraagt dat we niet onbewogen blijven en dat wij onverschilligheid en hypocrisie bannen, opdat plannen en projecten geen dode letter blijven. Moge de Heilige Geest ons helpen om altijd actief en belangeloos onze bijdrage te leveren, opdat gerechtigheid en een waardig leven geen gemeenplaatsen blijven, maar een concreet engagement worden van zij die willen getuigen van de nabijheid van het rijk Gods.
Wij worden geroepen om een cultuur van barmhartigheid te laten groeien, op basis van de herontdekking van de ontmoeting met anderen. Een cultuur waarin niemand de ander onverschillig laat, waarin niemand de blik afwendt van het lijden van broeders en zusters. De werken van barmhartigheid zijn 'maatwerk', in die zin dat geen enkel werk gelijkt op het andere. Onze handen kunnen ze op duizend manieren vorm geven. Hoewel de Ene God ze alle inspireert en ze alle gemaakt zijn uit hetzelfde 'materiaal', namelijk de barmhartigheid zelf, toch neemt ieder werk een verschillende vorm aan.
De werken van barmhartigheid omvatten het hele leven van een persoon. Daarom moeten we een waarachtige culturele revolutie teweeg brengen vertrekkende van eenvoudige gebaren die lichaam en geest weten te verenigen, namelijk het echte leven van de mens. Het is een engagement dat de christelijke gemeenschap tot de hare kan maken, zich ervan bewust zijnde dat het Woord van de Heer hen zonder ophouden oproept onverschilligheid en individualisme te verlaten waarin we aangezet worden ons op te sluiten in een comfortabel leven zonder problemen. "De armen zullen jullie altijd bij je hebben, maar Mij niet" (Joh. 12, 8), zegt Jezus aan zijn leerlingen. Omdat de Heer zich met hen heeft geïdentificeerd, kan geen enkel alibi een ontbrekend engagement rechtvaardigen.
De cultuur van barmhartigheid krijgt vorm in volhardend gebed, in een bereidwillige openheid voor de werkzaamheid van de Heilige Geest, in de vertrouwdheid met het leven van de heiligen, en dichtbij de armen. Het is een dringende oproep om geen situaties over het hoofd te zien waar onze inzet doorslaggevend is. De verleiding om te theoretiseren over barmhartigheid wordt overstegen in die mate dat barmhartigheid daadwerkelijk deel uitmaakt van ons dagelijks leven. We zouden trouwens nooit mogen vergeten wat de Apostel Paulus, na zijn bekering, ons vertelt over de ontmoeting met Petrus, Jacobus en Johannes. Hij beklemtoont een wezenlijk aspect van zijn zending en van heel het christelijk leven: "Wij moesten alleen de armen gedenken, en ik heb daarvoor dan ook mijn best gedaan" (Gal. 2, 10). Wij kunnen de armen niet vergeten. Dit is meer dan ooit een actuele eis die zich opdringt met een evangelische vanzelfsprekendheid.
Moge de ervaring van het Jubeljaar ons de woorden van de apostel Petrus inprenten: "Vroeger van genade verstoken, nu begenadigd" (1 Pt. 2, 10). Laten we niet afgunstig zijn en alles wat we ontvangen alleen voor ons houden. Laten we het delen met onze lijdende broeders en zusters, opdat ze gesterkt worden door de kracht van de barmhartigheid van de Vader. Mogen onze gemeenschappen zich openstellen voor allen die leven in hun midden, opdat doorheen het getuigenis van gelovigen de tederheid van God iedereen kan raken.
Nu is het de tijd van de barmhartigheid. Iedere dag van onze levensweg is doordrongen van de aanwezigheid van God. Hij leidt onze stappen met de kracht van zijn genade, in ons hart uitgestort door de Geest om het om te vormen en bekwaam te maken om lief te hebben. Nu is het de tijd van de barmhartigheid voor allen en iedereen, opdat niemand zou denken dat hij uitgesloten wordt van Gods nabijheid en van de kracht van zijn tederheid. Nu is het de tijd van de barmhartigheid, opdat zij die zwak, kwetsbaar, veraf en alleen zijn, de nabijheid van broeders en zusters die hen helpen in hun nood, kunnen ervaren. Nu is het de tijd van de barmhartigheid, omdat de armen zich opgemerkt zullen weten door diegenen die de eigen onverschilligheid overwonnen en de essentie van hun leven hebben ontdekt. Nu is het de tijd van de barmhartigheid omdat geen enkele zondaar ooit zou verzaken aan het vragen om vergiffenis; omdat allen de verwelkomende omhelzing van de Vader zouden mogen voelen.
In het kader van het Jubeljaar van de sociaal uitgesloten personen, en terwijl in alle kathedralen en heiligdommen ter wereld de Deuren van de barmhartigheid gesloten werden, wilde ik als laatste tastbaar teken van dit Buitengewoon Heilig Jaar stellen dat we in heel de Kerk, op de drieëndertigste zondag door het jaar de Werelddag van de armen zouden vieren. Het zal de hoogst waardige voorbereiding vormen op de viering van het feest van Christus, Koning van het Heelal: de koning die zich identificeerde met de kleinen en de armen, en die ons zal beoordelen op onze werken van barmhartigheid. Vgl. Mt. 25, 31-46 Het zal een dag zijn die onze gemeenschappen, en iedere gedoopte zal helpen nadenken over de manier waarop armoede centraal staat in het Evangelie en over het feit dat zolang Lazarus aan de deur van onze huizen ligt Vgl. Lc. 16, 19-21 , er nooit gerechtigheid en sociale vrede kan zijn. Deze dag zal ook een authentieke vorm van nieuwe evangelisatie zijn Vgl. Mt. 11, 5 waardoor het gezicht van de Kerk vernieuwd wordt dankzij haar pastorale bekering die maakt dat zij getuige wordt van de barmhartigheid.
Moge de heilige Moeder Gods haar barmhartige ogen blijvend op ons richten. Zij is de eerste die ons de weg opent en ons begeleidt in het getuigenis van de liefde. Moge de Moeder van Barmhartigheid ons allen verzamelen onder haar beschermende mantel, zoals zo vaak te zien is in kunstwerken. Laten we ons toevertrouwen aan haar moederlijke bijstand en haar blijvende raad volgen om onze blik te richten op Jezus, het stralende gezicht van Gods barmhartigheid.
Gegeven in Rome, bij Sint-Petrus, op 20 november, het feest van Christus, Koning van het Heelal,in het jaar des Heren 2016, het vierde van mijn pontificaat.
FRANCIS