18 november 1965
APOSTOLICAM ACTUOSITATEM Over het lekenapostolaat |
|||
► | De verschillende terreinen van apostolaat | ||
► | De jeugd |
De jongeren oefenen in de huidige maatschappij een zeer belangrijke invloed uit. Vgl. H. Paus Pius X, Toespraak, Tot de katholieke vereniging van de Franse jeugd, over godsvrucht, wetenschap en activiteit (25 sept 1904). A.S.S. 37 (1904-1905) 296-300 Hun levensomstandigheden, hun mentaliteit en zelfs hun band met hun eigen gezin hebben een sterke verandering ondergaan. Vaak gaat hun overgang nar een nieuwe sociale en economische situatie te snel. Maar terwijl hun sociale en ook hun politieke betekenis met de dag toeneemt, wekken zij de schijn, dat zij de nieuwe taken niet aan kunnen. Hun verhoogde invloed in de samenleving vraagt van heb een evenredige apostolische activiteit, waartoe hun natuurlijke aanleg hen overigens ook in staat stelt. Naarmate het besef van hun eigen persoonlijkheid rijpt, aanvaarden zij, gestuwd door een levensdrift en hun uitbundige energie, hun eigen verantwoordelijkheid en verlangen zij hun rol te spelen in het sociale en culturele leven. Waar deze ijver gedragen wordt door de geest van Christus en bezield wordt door gehoorzaamheid en liefde jegens de herders van de Kerk, daar wettigt hij de hoogste verwachtingen. De jongeren moeten de eerste en onmiddellijke apostelen zijn van de jongeren en een apostolaat uitoefenen door elkaar en voor elkaar, overeenkomstig het sociale milieu, waar in zij leven. Vgl. Paus Pius XII, Brief, Aan de aartsbisschop van Montreal, over het aangekondigde congres van de Canadese christelijke arbeidersjeugd, Dans quelques semaines (24 mei 1947), 3. A.A.S. 39 (1947) 257 (Eccl. Doc. 0769, blz. 72-73, n. 3) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Tot de J.O.C. te Brussel (3 sept 1950), 6-11. A.A.S. 42 (1950) 640-641 (Eccl. Doc. 0774, blz. 20-22, nn. 6-11). Laten de volwassenen trachten, met de jongeren een vriendschappelijke dialoog aan te gaan, waarbij beide partijen, zonder zich door het verschil in leeftijd te laten hinderen, elkaar kunnen leren kennen en elkaar van hun eigen rijkdom kunnen meedelen. De volwassenen moeten allereerst door hun voorbeeld en eventueel door hun verstandige raad hun krachtige steun, de jongeren stimuleren tot het apostolaat. De jonge mensen van hun kant moeten eerbied en vertrouwen koesteren jegens de volwassenen, en al zijn toch een passende waardering hebben voor gezonde tradities. Ook de kinderen hebben hun eigen apostolaat. Overeenkomstig hun krachten zijn zij echte levende getuigen van Christus onder hun kameraadjes.