18 november 1965
In het verlangen om de apostolische activiteit van het volk Gods te intensiveren Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Apostolische Constitutie, Over het bijeenroepen van Tweede Oecumenische Vaticaans Concilie, Humanae Salutis (25 dec 1961), 4-11, wendt het heilige Concilie zich met alle nadruk tot de leken-gelovigen. Op hun eigen en volstrekt onmisbare taak, die zij bij de zending van de Kerk hebben te vervullen, heeft het Concilie reeds bij andere gelegenheid gewezen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 33 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de publiciteitsmedia, Inter Mirifica (4 dec 1963), 145-153 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 90-99 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 16-18 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 3.5.7 Het apostolaat immers van de leken, dat voortvloeit juist uit hun roeping als christen, mag nooit in de Kerk ontbreken. Reeds de heilige schrift toon ons duidelijk, hoe spontaan en hoe vruchtbaar deze activiteit is geweest, bij het begin van de Kerk. Vgl. Hand. 11, 19-21 Vgl. Hand. 18, 26 Vgl. Rom. 16, 1-16
Onze tijd vraagt een niet geringere ijver van de kant van de leken: de huidige omstandigheden eisen van het zelf dwingend een nog intenser en omvangrijker apostolaat. Want de voortdurende bevolkingsgroei, de vooruitgang van wetenschap en techniek, de steeds nauwe contacten tussen de mensen hebben niet slechts het terrein van lekenapostolaat, dat grotendeels alleen voor hen toegankelijk is. Enorm uitgebreid, maar hebben ook nieuwe problemen opgeroepen die hun bekwame zog en toeleg vereisen. Dit apostolaat wordt des te urgenter, naarmate vele sectoren van het menselijk leven, terecht overigens, een veel groter autonomie hebben verkregen, ofschoon dit soms gepaard is gegaan met een zeker loslaten van de ethische godsdienstige orde en met ernstig gevaar voor het christelijk leven. Bovendien zou de Kerk in vele gebieden, waar zeer weinig Priesters zijn of waar dezen, gelijk niet zeiden voor komt, die nodige vrijheid missen voor de uitoefening van hun bediening, zonder het werk van de leken nauwelijks actief aanwezig kunnen zijn. Dit veelomvattende en dringende noodzakelijkheid manifesteert zich in de duidelijke werking van de heilige Geest, die in onze tijd de leken meer bewust maakt van hun verantwoordelijkheid en hun overal stimuleert om zich in dienst te stellen van Christus en de Kerk. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de nieuwe kardinalen (20 feb 1946) Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de katholieke arbeidersjeugd (25 aug 1957)
In dit decreet nu wil het Concilie het wezen, het karakter en de gevarieerdheid van het lekenapostolaat belichten; het wil de grondbeginselen ervan uiteenzetten en pastorale richtlijnen geven voor een vruchtbaarder uitoefening van dit apostolaat. Dit alles zal de leidraad moeten zijn bij de herziening van het kerkelijk recht, waar dit handelt over het lekenapostolaat.