18 november 1965
In de bisdommen moeten, voor zover mogelijk, raden worden opgericht voor steun aan het apostolaatswerk van de Kerk, zowel op het gebied van evangelieprediking en heiliging als op charitatief en sociaal gebied en andere terreinen, waarbij een passende samenwerking van de geestelijken en religieuzen met de leken vereist is. Deze raden kunnen goede diensten bewijzen voor de onderlinge coördinatie van de verschillende verenigingen en initiatieven van de leken, met eerbiediging van ieders eigen karakter en autonomie. Vgl. Paus Benedictus XIV, Apostolische Constitutie, De Synodo Dioecesana. l. III, c. IX, nn. VII-VIII: Opera Omnia, vervat in 17 delen, tom. XI, Prato 1844, blz. 76-77
Dergelijke raden moeten ook, zo mogelijk, worden opgericht op parochieel of interparochieel, interdiocesaan, nationaal of internationaal vlak. Vgl. Paus Pius XI, Brief, Aan Kard. Leme de Silveira Cintra, Aartsbisschop van San Sebastian in Rio de Janeiro - Over het gebrek aan priesters in Braziliƫ, Quamvis Nostra (27 okt 1935). A.A.S. 28 (1936) 160-161
Bovendien moet er, ten dienste en tot stimulering van het lekenapostolaat, bij de heilige Stoel een speciaal secretariaat worden gevestigd, als een centrum, dat langs geschikte wegen inlichtingen kan verstrekken omtrent de verschillende apostolische initiatieven van de leken, de moderne problemen op dit gebied bestudeert en de hiërarchie en de leken van advies dient bij de apostolaatswerken. In dit secretariaat moeten de verschillende bewegingen en initiatieven van het apostolaat over de gehele wereld vertegenwoordigd zijn en hierin moeten de priesters en religieuzen met de leken samenwerken.