18 november 1965
Bijzondere eer en aanbeveling verdienen in de Kerk de leken, die, gehuwd of ongehuwd, zich voorgoed of tijdelijk met hun met hun activiteiten. Het is voor de Kerk een grote vreugde, te mogen zien, hoe steeds meer leken zich in dienst stellen van de verenigingen en werken van de apostolaat, hetzij in hun eigen land, hetzij op internationaal niveau, hetzij vooral in de katholieke gemeenschappen van de missies van de kerken.
De herders van de Kerk zullen dezen leken graag en met dankbaarheid opnemen en er voor zorgen, dat met betrekking tot hun situatie zo goed mogelijk wordt voldaan de eisen van de rechtvaardigheid, de levensonderhoud voor hen en hun gezinnen, en dat zij de nodige vorming, geestelijke steun en aanmoediging ontvangen.