18 november 1965
Het apostolaat in het sociale milieu, d.w.z. het streven om de mentaliteit en de zeden, de wetten en de structuren van de gemeenschap, waarin men leeft, te doordringen van een christelijk geest, is bij uitstek de taak en de plicht van de leken, die anderen nooit naar behoren kunnen vervullen. Op dit terrein kunnen de leken het apostolaat uitoefenen onder hun gelijken. Daar vullen zij het getuigenis van hun leven door het getuigenis van hun woord. Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 141-144 Hier, op het gebied van de arbeid, het beroep, de studie, het buurt-milieu, de vrijetijdsbesteding, het verenigingsleven, zijn zij het meest geschikt om hun broeders te helpen. Deze zending van de Kerk in de wereld vervullen de leken op de eerste plaats door hun leven zó af te stemmen op hun geloof, dat zij daardoor het licht van de wereld worden; door hun volstrekte eerlijkheid in zaken, waardoor zij bij allen de liefde wekken voor het ware en goede om hen zo tenslotte tot Christus en de Kerk te brengen; door een broederlijke liefde, die hen solidair doet zijn met de anderen in hun levensomstandigheden, hun arbeid, hun leed en hun idealen, en waardoor zij allen geleidelijk ontvankelijk maken voor de genadewerking; door het volle besef van hun verantwoordelijkheid bij de opbouw van de maatschappij, waardoor zij hun activiteit in het gezin, op sociaal gebied, in hun beroep met christelijke edelmoedigheid trachten uit te oefenen. Zo doordringt hun gedrag langzamerhand hun leef- en arbeidsmilieu. Dit apostolaat moet zich uitstrekken tot allen, met wie zij daar in kontakt komen en het mag geen enkele gelegenheid laten voorbijgaan om goed te doen in geestelijk en in tijdelijk opzicht. De ware apostelen echter stellen zich hiermee nog niet tevreden, maar zij zijn er op uit om Christus ook met het woord aan hun medemens te verkondigen. Veel mensen immers kunnen het Evangelie slechts vernemen en Christus leren kennen door de leken in hun omgeving.