Paus Franciscus - 1 november 2016
Met heel de Kerk vieren wij vandaag het hoogfeest van Allerheiligen. Zo herinneren wij ons niet alleen degenen die in de loop van de geschiedenis heilig verklaard werden maar ook vele broeders die hun Christenleven in de volheid van het geloof en de liefde beleefd hebben, te midden van een simpel en verborgen leven. Er zijn zeker vele verwanten, vrienden en kennissen onder hen.
Wij vieren bijgevolg het feest van de heiligheid. Deze heiligheid die zich soms niet manifesteert in grote werken of buitengewoon succes, maar die trouw en dagelijks de vereisten van het Doopsel weet te beleven. Een heiligheid die bestaat uit liefde voor God en de broeders. Trouwe liefde tot zelfvergetelheid en totale zelfgave voor de anderen, zoals het leven van die moeders en vaders die zich voor hun gezin opofferen door graag te ontdoen van zo veel dingen, zo veel voornemens of persoonlijke plannen.
Maar als iets de heiligen kenmerkt, is het dat zij werkelijk gelukkig zijn. Zij hebben het geheim van dit authentieke geluk gevonden, dat diep in de ziel genesteld ligt en zijn bron vindt in de liefde voor God. Daarom worden heiligen gelukzalig genoemd. De zaligsprekingen zijn hun weg, hun doel, hun vaderland. De zaligsprekingen zijn de levensweg die de Heer ons leert, opdat wij Zijn voetspoor zouden volgen. In het Evangelie van deze Mis, hebben wij gehoord dat Jezus ze aan een grote menigte verkondigt op een berg dicht bij het meer van Galilea.