Zeker, het vele en grootse, wat de rusteloze ijver der katholieken tot stand weet te brengen, zowel voor het maatschappelijk en economisch welzijn als op het gebied van onderwijs en godsdienst, is natuurlijk aan niemand onbekend. Maar deze heerlijke, opofferende arbeid verliest niet zelden aan vruchtbaarheid door een te grote versnippering van krachten. Laten daarom allen, die van goede wil zijn, allen, die onder aanvoering van de herders der Kerk deze goede en vreedzame strijd voor Christus willen strijden, zich hecht aaneensluiten; laten allen er naar streven, onder de leiding en lering der Kerk, tot de christelijke vernieuwing der maatschappij, die Leo XIII door zijn onsterfelijke encycliek
Paus Leo XIII - Encycliek
Rerum Novarum
Over kapitaal en arbeid
(15 mei 1891) ingezet heeft, het hunne bij te dragen, overeenkomstig ieders talenten, krachten en maatschappelijke positie; en laten zij daarbij niet zichzelf of hun eigen belangen zoeken, maar de belangen van Jezus Christus
Vgl. Fil. 2, 21
, noch hun eigen plannen tegen elke prijs willen doordrijven, maar zelfs de beste bereidwillig prijsgeven, als het hogere gemeenschappelijk belang dit mocht vorderen: opdat in alles en boven alles Christus regere, Christus heerse, aan wie „
eer en glorie en heerschappij toekomt in eeuwigheid.” (
Apok. 5, 13)
Moge dit tot een gelukkig einde gebracht worden. Daartoe verlenen wij aan u allen, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen, die behoort tot het grote katholieke gezin, dat ons is toevertrouwd, maar met een bijzondere voorliefde aan de arbeiders en andere handswerklieden, die door de goddelijke Voorzienigheid bijzonder dringend in onze zorgen zijn aanbevolen, benevens aan de christelijke werkgevers en ondernemers, met vaderlijke toegenegenheid onze apostolische zegen.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, de 15e mei van het jaar 1931, het tiende van ons pausschap.
PAUS PIUS XI.