• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Het verdient opmerkzaamheid, dat de inschrijving van vieringen op de Eigen kalenders nauwkeurig geschiedt volgens de geldende normen.

Op de diocesane kalender worden ingeschreven: het feest van de (voornaamste) patroon van het bisdom, het feest van de wijding van de kathedrale kerk, alsook de verplichte gedachtenis van de eventuele bijpatroon. Ook worden hier de vieringen ingeschreven van die heiligen en zaligen die bijzonder verband houden met het bisdom: bijv. (heiligen en zaligen) die er geboren zijn, er een langdurig kerkelijk dienstwerk hebben vervuld, er gestorven zijn - vooral als hun lichaam of een aanzienlijk deel van hun relieken er bewaard worden -, of wanneer er voor ben sinds onheuglijke tijden een nog steeds levendige verering is. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Notitie over publicatie van veronderstelde private openbaringen (29 nov 1996), 52. a Tabel, nr. 8a, 8b, 11 a Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Over de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis, De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis (24 juni 1970), 9

De aanvraag, die zich niet zelden voordoet, om voor de (voornaamste) patroon van het bisdom een viering met de rang van hoogfeest te verkrijgen, is niet volledig in overeenstemming met de normen vgl. Tabel, nr. 8a en is af te raden.

Op de religieuze kalender worden ingeschreven met de rang van hoogfeest de viering van de titel, ofwel de stichter of de (voornaamste) patroon van de religieuze familie. Er vindt dus één enkele viering met de rang van hoogfeest plaats en de andere twee met de rang van feest. vgl. Tabel, nr. 4d, 8d Wanneer de stichter echter een zalige is, zal de viering de rang van feest hebben. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Over de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis, De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis (24 juni 1970), 12. a

Verder zijn er de verplichte gedachtenis van de eventuele bijpatroon en de vieringen van heiligen en zaligen die bijzonder verband houden met de religieuze familie, vooral die welke tot de orde of congregatie behoren. Vgl. Congregatie voor de Riten, Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum (21 mrt 1969), 52. b vgl. Tabel, nr. 8f, 11a, 11 b Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Over de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis, De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis (24 juni 1970), 12

Om hetgeen gezegd is over de viering van een bijpatroon te preciseren, is het goed de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
Normen inzake de aanstelling van patronen (1 januari 1973)
uit 1973 in herinnering te roepen; deze schrijven voor dat er één enkele patroon zou moeten zijn Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Normen inzake de aanstelling van patronen (1 jan 1973), 6, waarbij dus, sinds die datum, de mogelijkheid wordt uitgesloten om bijpatronen te kiezen.  Het is belangrijk deze norm, waarop een enkele uitzondering werd toegestaan, in de toekomst niet te veronachtzamen.

Hieruit volgt dat, wanneer uitzonderlijke pastorale redenen ontbreken, het niet gunstig is andere vieringen in de Particuliere kalenders in te voegen. In dergelijke uitzonderlijke gevallen is een indult van de Heilige Stoel vereist.

Inzake de andere kalenders is er minder wetgeving ontwikkeld. Daarbij gaat het enerzijds om de interdiocesane (regionale, nationale) of intradiocesane (van steden of andere plaatsen, van bepaalde kerken) kalenders; anderzijds om de kalenders van congregaties of provincies van religieuze families, of gemeenschappelijke kalenders voor verschillende takken van één enkele religieuze familie. Fundamentele uitgangspunten vindt men in de Tabel van de liturgische dagen en in Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis
Over de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis
(24 juni 1970)
.

Vaak wordt vooral het bestaan van de eigen kalenders voor de afzonderlijke kerken veronachtzaamd; deze kalenders worden samengesteld vanuit de erkende vieringen op de Tabel van de liturgische dagen. Buiten het hoogfeest van de verjaardag van de kerkwijding van de eigen kerk en het hoogfeest van de titel, kunnen er nog eigen feesten op staan.

Document

Naam: NOTITIE OVER ENKELE ASPECTEN VAN DE EIGEN KALENDERS EN LITURGISCHE TEKSTEN
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Auteur: Georgius A. Kard. Medina Estévez
Datum: 20 september 1997
Copyrights: © 2016, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie / Notitiae, 35 (1997), p. 284-297
Liturgische Documentatie, dl. 13, p. 177-190
Bewerkt: 9 mei 2020

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test