Aartsbisschop Arthur Roche - 6 januari 2016
"IK HEB U EEN VOORBEELD GEGEVEN"
Met het decreet Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
In Missa in Cena Domini
In de Mis van het Laatste Avondmaal - Decreet over de voetwassing tijdens de viering van Instelling van de Eucharistie op Witte Donderdag
(6 januari 2016) heeft de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten op verzoek van de Heilige Vader de rubriek van het Romeins Missaal aangepast die betrekking heeft op de voetwassing (p. 300 nr. 11) die door de eeuwen heen op verschillende wijzen verbonden is met Witte Donderdag en die vanaf de hervorming van de Goede Week in 1955, ook kon plaatsvinden tijdens de avondmis waarmee het Paastriduüm begint.
Tegen de achtergrond van het Johannesevangelie wordt duidelijk dat de ritus van oudsher een dubbele betekenis heeft: een opnieuw doen van wat Jezus deed in de bovenzaal toen Hij de voeten van de apostelen waste en een uitdrukking van de zelfgave die door dit gebaar van dienstbaarheid uitgebeeld wordt. Het is niet toevallig dat dit gebeuren het Mandatum genoemd wordt naar het begin van de antifoon die de voetwassing begeleidt: "Mandatum novum do vobis, ut diligatis invicem, sicut dilexi vos, dicit Dominus" (Joh. 13, 14). Het gebod van de broederlijke liefde geldt voor alle leerlingen van Jezus zonder onderscheid of uitzondering.
Reeds in een oude ordo uit de 7de eeuw treffen we het volgende aan: "Pontifex suis cubicularibus pedes lavat et unusquisque clericorum in domo sua", Het Mandatum wordt in de diverse bisdommen en abdijen op verschillende wijze gepraktiseerd maar we vinden het ook in het Romeins Pontificale uit de twaalfde eeuw na de vespers op Witte Donderdag en in het Pontificale van de Romeinse Curie uit de 13de eeuw ("facit mandatum duodecim subdiaconos"). Het Mandatum wordt in het Missale Romanum van de heilige Paus Pius V (1570) als volgt beschreven: "Post denudationem altarium, hora competenti, facto signa cum tabula, conveniunt clerici ad faciendum mandatum. Maior abluit pedes minoribus: tergit et osculatur". Het vindt plaats tijdens het zingen van antifonen waarvan de laatste Ubi caritas is en het wordt besloten met het Pater noster en een gebed dat het gebod van de dienstbaarheid verbindt met de reiniging van zonden: "Adesto, Domine, quaesumus, officio servitutis nostrae: et quia tu discipulis tuis pedes lava re dignatus es, ne despicias opera manuum tuarum, quae nobis retinenda mandasti: ut sicut hic nobis, et a nobis exteriora abluuntur inquinamenta: sic a te omnium nostrum interiora laventur peccata. Quad ipse praestare digneris, qui vivis et regnas, Deus, per omnia saecula saeculorum". Vanuit het evangelie dat men gedurende de ochtendmis gehoord had, is de handeling beperkt tot de geestelijkheid ("conveniunt clerici") en de afwezigheid van een aanwijzing om er "twaalf" te hebben, lijkt aan te geven dat het er niet allereerst om gaat precies na te doen wat Jezus deed in de Bovenzaal, maar dat het er vooral om gaat de voorbeeldige betekenis van wat Jezus deed, in praktijk te brengen. En dat wordt van al zijn leerlingen verwacht.
De beschrijving van het "De mandato seu lotione pedum" in het Caeremoniale Episcoporum van 1600 is meer gedetailleerd. Het vermeldt de gewoonte (na de vespers of op het moment van het middagmaal, in een kerk, een kapittelzaal of een andere geschikte plaats) dat de bisschop bij "dertien"armen, nadat hij hen gekleed en gevoed heeft en hun een aalmoes heeft gegeven, de voeten wast, afdroogt en kust, ofwel bij dertien kanunniken, naar gelang de plaatselijke gewoonte en het goeddunken van de bisschop. Hij kan echter ook kiezen voor armen zelfs daar waar de praktijk bestaat dat het kanunniken zijn: "videtur enim eo pacto maiorem humilitatem, et charitatem prae se ferre, quam lavare pedes Canonicis". Al werd dit betekenisvolle gebaar van de voetwassing niet voltrokken in de samenkomst van heel het Godsvolk en beperkt tot de geestelijkheid, toch waren lokale gewoonten die er armen of jongeren (bijv. het Missale Parisiense) bij betrokken, niet uitgesloten. Het Caeremoniale Episcoporum schreef het Mandatum uitdrukkelijk voor in kathedralen en collegiale kerken.
Met de hervorming van Pius XII die de Missa in cena Domini weer naar de avond verplaatste, kon de voetwassing om pastorale redenen plaats vinden tijdens de Mis na de homilie bij "duodecim viros selectos", die "in medio presbyterii vel in ipsa aula ecclesiae" zitten; de celebrant wast de voeten en droogt ze af (de kus wordt niet meer vermeld). Dit doorbreekt het klerikale en weinig publieke karakter van de plechtigheid. Zij vindt nu plaats in de openbare bijeenkomst en de aanwijzing "twaalf mannen" maakt het nadrukkelijker tot een nabootsend teken, bijna een heilige tegenwoordigstelling, om beter te kunnen beseffen wat Jezus deed op die eerste Witte Donderdag en wat zijn bedoeling was.
Het Missale Romanum van 1970 behield de pas hervormde ritus maar vereenvoudigde sommige elementen: het getal "twaalf" werd weggelaten; ze vindt plaats "in loco apto"; het laat één antifoon weg en vereenvoudigt de andere; Ubi caritas wordt geplaatst bij de gaven processie; het afsluitend gedeelte wordt weggelaten (Paternoster, vers en gebed) omdat het een overblijfsel was van het feit dat de plechtigheid vroeger buiten de Mis plaats vond. De restrictie tot alleen "viri" werd echter behouden vanwege het nabootsend karakter.
De huidige verandering voorziet dat er personen kunnen worden gekozen uit alle leden van het volk van God. Het gaat nu niet zozeer om het uiterlijk nadoen van wat Jezus heeft gedaan als wel om de universele betekenis van wat Hij voltrokken heeft, namelijk zijn zelfgave "tot het uiterste" voor het heil van de mensheid, zijn liefde die alle mensen omvat en die iedereen tot broeders en zusters maakt als ze zijn voorbeeld volgen. Inderdaad gaat het exemplum dat Hij ons gegeven heeft opdat wij zouden doen zoals Hij, uit boven het fysieke wassen van voeten van anderen en omvat alles wat een dergelijk gebaar uitdrukt aan concrete dienstbare liefde tot onze naaste. Alle antifonen die in het Missale aangegeven staan tijdens de voetwassing, herinneren aan de betekenis van dit gebaar en verduidelijken het voor hen die het gebaar voltrekken en voor hen die het ondergaan, maar ook voor hen die ernaar kijken en het verinnerlijken door het gezang.
De voetwassing is niet verplicht in de Missa in cena Domini. Het is aan de herders de wenselijkheid ervan te beoordelen rekening houdend met pastorale overwegingen en omstandigheden zodanig dat het niet iets automatisch of kunstmatigs wordt, zonder betekenis en teruggebracht tot een toneelachtige gebeurtenis. Evenmin mag het zo belangrijk worden dat het alle aandacht naar zich toe trekt tijdens de Mis van het Laatste Avondmaal die gevierd wordt op "de hoogheilige dag [ ... ] waarop onze Heer Jezus Christus voor ons werd overgeleverd" (vgl. Communicantes van de Romeinse Canon voor deze Mis). In de aanwijzingen voor de homilie worden we herinnerd aan de drie bijzondere kenmerken van deze Mis die een gedachtenis is van de instelling van de Eucharistie, van het priesterschap en van het gebod van de onderlinge liefde, het hoogste gebod voor allen en jegens allen in de Kerk.
Het is aan de herders om een kleine groep mensen te kiezen die het hele volk van God vertegenwoordigt - leken, gewijde bedienaren, gehuwden, alleenstaanden, gezonden, zieken, kinderen, jongere en oudere mensen - en dus niet één enkele categorie of groep. Het is aan degenen die uitgekozen worden, om zich in alle eenvoud daartoe bereid te verklaren. Tenslotte is het de taak van hen die die de liturgische vieringen plannen en organiseren, om alles zo te regelen dat iedereen geholpen wordt om vruchtbaar aan dit gebeuren deel te nemen: de anamnesis van het "nieuwe gebod" dat we hoorden in het evangelie en dat het leven is van iedere leerling van de Heer.
+ Arthur Roche
Aartsbisschop secretaris van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten.