SUMMI PONTIFICATUSOver de eenheid van de menselijke maatschappij
(Soort document: Paus Pius XII - Encycliek)
Paus Pius XII -
20 oktober 1939
De katholieke Kerk is de stad Gods, “wier koning de waarheid, wier wet de liefde, wier maatstaf de eeuwigheid is”.
H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 138 ad Marcellinum, c. 3, n. 17 Zij leert de waarheden van het christendom, vrij van alle dwaling en zonder enige verzwakking, maar tegelijk wijdt zij onder de drang van haar moederhart haar krachten aan de werken der christelijke liefde; en zo rijst zij als ‘een zalig visioen van vrede’ uit boven de golven van dwaling en hartstocht, en verbeidt zij de dagen, waarop de almachtige hand van Christus-Koning het geweld van de stormen zal doen bedaren en de geesten van tweedracht, die ze deden losbreken, zal uitdrijven. Niets van al hetgeen in ons vermogen is om de dag te verhaasten, waarop de vredesduif op deze onder de zondvloed der verdeeldheden bedolven aarde een plek kan vinden om er op neer te strijken, niets van dat alles zullen wij achterwege laten. Wij stellen daarbij ons vertrouwen op de medewerking van de staatslieden, die voor het uitbreken van den oorlogsbrand hun edele pogingen in het werk hebben gesteld, om het opsteken van deze verwoestende storm te verhinderen; op de ontelbaren ook uit ieder volk en iedere stand, die luide roepen niet alleen om rechtvaardigheid, maar ook om liefde en barmhartigheid; bovenal echter stellen wij ten slotte ons vertrouwen op de hulp van de almachtige God, tot Wie wij iedere dag de smeekbede richten: “
In de schaduw Uwer vleugelen zal ik blijven hopen, totdat de tijd van rampspoed zal zijn voorbijgegaan.” (
Ps. 56, 2)
© 1940, Ecclesia Docens 0113, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: F.A.J. van Nimwegen, C.ss.R.