28 oktober 1965
Vanwege het grote belang en de zware verantwoordelijkheid van hun herderlijk ambt worden de diocesane bisschoppen en anderen, die krachtens het recht met hen op één lijn staan, dringend verzocht om, wanneer zij ten gevolge van hun vergevorderde leeftijd of wegens een andere ernstige reden, minder geschikt zijn geworden voor de vervulling van hun taak, hun ontslag aan te bieden, hetzij uit eigen beweging hetzij op verzoek van het bevoegde gezag. Neemt het bevoegde gezag dit ontslag aan, dan zal het voorzien in een passend onderhoud van de betrokkenen en ervoor zorgen, dat hun bijzondere rechten worden erkend.