28 oktober 1965
Zij moeten hun bovendien duidelijk maken, dat ook de aardse waarden en de menselijke instellingen volgens het plan van God, de Schepper, mede gericht zijn op het heil van de mensen en daarom veel kunnen bijdragen tot de opbouw van het Lichaam van Christus.
Zij behoren dus de mensen te leren, hoe groot, volgens de leer van de Kerk, de waarde is van de menselijke persoon, met haar vrijheid en lichamelijk leven; van het gezin, zijn eenheid en hechtheid, van het voortbrengen en opvoeden van kinderen; van de burgerlijke samenleving met haar wetten en verschillende beroepen; van arbeid en vrije tijd, van kunst en techniek; van armoede en welvaart. Zij zullen tenslotte aangeven, langs welke weg men de ernstige problemen moet oplossen omtrent het bezit, de toename en de juiste verdeling van de stoffelijke goederen, omtrent vrede en oorlog, omtrent het broederlijk samenleven van alle volken. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963)
Omdat de Kerk geroepen is tot een dialoog met de maatschappij, waarin zij leeft Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de Kerk, Ecclesiam Suam (6 aug 1964), 67, is het allereerst de taak van de bisschoppen, de mensen te benaderen voor een dialoog en deze te intensiveren. Wil men in deze heilsdialoog de waarheid altijd laten samengaan met de liefde, het begrijpen met het liefhebben, dan moet hij gekenmerkt zijn door duidelijkheid van taal en tevens door nederigheid en zachtmoedigheid. Hij moet gevoerd worden met de nodige voorzichtigheid, maar altijd verbonden met vertrouwen, want het vertrouwen wekt de vriendschap en legt daardoor vanzelf een band tussen de partijen. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de Kerk, Ecclesiam Suam (6 aug 1964), 73-79
Laten zij voor de verkondiging van de christelijke leer zoveel mogelijk de verschillende middelen benutten van de moderne tijd; vooreerst de preek en het catechetisch onderricht, die altijd de voornaamste plaats moeten hebben; verder de behandeling van deze leer op scholen, universiteiten, in conferenties en bijeenkomsten van allerlei aard; tenslotte publieke verklaringen bij gelegenheid van bepaalde gebeurtenissen, door middel van de pers en van de verschillende publiciteitsmiddelen, waarvan men zich zeer zeker moet bedienen voor de verkondiging van het Evangelie van Christus. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de publiciteitsmedia, Inter Mirifica (4 dec 1963)
Zij moeten er bovendien voor zorgen, dat de catecheten behoorlijk worden opgeleid voor hun taak: dat zij de leer van de Kerk grondig kennen, en dat zij zich theoretisch en praktisch inwerken in de wetten van de psychologie en in de pedagogische vakken.
Zij zullen ook maatregelen nemen voor de wederinvoering of de vernieuwing van het onderricht aan de volwassenen catechumenen.