Paus Pius XI - 31 december 1929
Dit neemt echter niet weg, dat de staat in het belang van een goede administratie en ter handhaving van de binnen- en buitenlandse vrede, — dingen die zo noodzakelijk zijn voor het algemeen welzijn en die bijzondere geschiktheid en voorbereiding vorderen — zich de oprichting en de leiding kan voorbehouden van voorbereidingsscholen voor sommige van zijn ambtelijke instellingen en in het bijzonder voor het leger, als hij maar zorgt de rechten van Kerk en gezin in zaken die hun aangaan niet te kwetsen. Het is niet zonder nut deze waarschuwing hier in het bijzonder te herhalen. Want in onze tijd (waarin een even overdreven en vals, als voor de ware vrede en voorspoed schadelijk nationalisme zich verbreidt. gaat men meestal de juiste grenzen te buiten door het militariseren van de zg. lichamelijke opvoeding van de jongens en soms ook, tegen de natuurlijken aard zelf in, van de meisjes. Daarbij wordt dan dikwijls op de dag des Heren bovenmatig beslag gelegd op de tijd, die gewijd moest worden aan de vervulling van de godsdienstplichten en aan het leven in het heiligdom van het gezin. Wij willen overigens niet afkeuren, wat er bij deze methoden van lichamelijke opvoeding aan goeds kan zijn in geest van tucht en rechtmatige durf. Wij willen slechts alle uitwassen laken, zoals bijvoorbeeld de geest van geweld, die men niet mag verwarren met de geest van dapperheid en met het edel gevoel van militairen moed bij de verdediging van vaderland en openbare orde, of zoals ook nog de overdrijving van het athletisme, die ook in de klassieke heidense tijd het teken was van de ontaarding en het verval van de ware lichaamscultuur.
Verder behoort in het algemeen - niet alleen voor de jeugd maar voor alle leeftijden en standen - aan de burgerlijke maatschappij en aan de staat de opvoeding, die men de "burgerlijke" zou kunnen noemen. Deze bestaat in de kunst om van overheidswege aan het verstand, de verbeelding en de zintuigen van de burgers voorwerpen voor te stellen van dien aard, dat zij de wil aanlokken en als het ware met morele noodzakelijkheid brengen tot ware zedelijkheid. Die kunst heeft een positieve kant: het voorstellen van zulke voorwerpen, en een negatieven kant: het verwijderd houden van tegenovergestelde dingen. Vgl. Paus Pius XI, Toespraak, fragmenten, Tot de leden van de FUCI (Federazione Universitaria Cattolica Italiana) (18 dec 1927). "(P. L. Taparelli, Saggio teor. di Diritto Naturale, u. 922); een werk, dat niet genoeg geprezen en de Universiteitsstudenten aanbevolen kan worden. Deze burgerlijke opvoeding, die zo veelomvattend en veelzijdig is, dat zij als het ware heel het werk van de staat voor het algemeen welzijn in zich bevat, moet in overeenstemming zijn met de regels van de gerechtigheid en mag dus niet in strijd zijn met de leer van de Kerk, die de door God aangestelde leermeesteres van deze regels is.