Paus Pius XI - 31 december 1929
De eerste rechtstitel van de Kerk bestaat in de uitdrukkelijke zending en in het hoogste leergezag, door haar goddelijke Stichter haar gegeven. "Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dan, en onderwijst alle volkeren, en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heiligen Geest, en leert hen onderhouden alles, wat Ik u bevolen heb. En ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan het einde der wereld." (Mt. 28, 18-20) Aan dit leergezag is door Christus de onfeilbaarheid verleend, tegelijk met het bevel Zijn leer te onderwijzen. De Kerk werd aldus "door haar goddelijke Stichter tot zuil en grondslag van de waarheid gesteld, om aan alle mensen het goddelijk geloof te leren, om de haar toevertrouwde geloofsschat ongerept en ongeschonden te bewaren, en om door haar leiding de mensen, hun verenigingen en hun daden, tot eerbaarheid van zeden en ongerepte levenswandel te vormen." Z. Paus Pius IX, Encycliek, Quum non sine (14 juli 1864). (14 juli 1864)