MAXIMUM ILLUDOver de verkondiging van het geloof over de gehele wereld
(Soort document: Paus Benedictus XV - Apostolische Brief)
Paus Benedictus XV -
30 november 1919
Groot en heilig was de taak die Onze Heer Jezus Christus, op het punt om naar Zijn Vader weder te keren, aan Zijn leerlingen toevertrouwde met de woorden: “Gaat heel de wereld door, en predikt het Evangelie aan ieder schepsel.” (Mc. 16, 15) Die taak bleef niet beperkt tot het leven der apostelen, maar moest door hun opvolgers worden voortgezet tot aan het einde der wereld, zolang er op aarde mensen zouden zijn, die door de waarheid moesten vrijgemaakt worden.
De leerlingen dus
“trokken uit om overal het woord Gods te preken” (
Mc. 16, 15), zodat
“hun klank over heel de aarde ging, en hun stem tot aan de grenzen der wereld”. (
Ps. 19, 5) Maar het goddelijk gebod indachtig, heeft de Kerk in de loop der eeuwen en ook tegenwoordig nog, niet opengehouden, om voor de verkonding der goddelijke leer en voor de toepassing van het door Christus verworven eeuwig heil haar afgezanten en bedienaars naar alle windstreken uit te zenden. Zelfs gedurende de eerste drie eeuwen toen op aanstoken der hel de ene vervolging naar de andere opstak, om de pasgeboren Kerk te vernietigen toen de gehele wereld stroomde van het christenbloed, drong de stem der verkondigers van het Evangelie door tot alle hoeken van het Romeinse rijk. Toen echter door den staat aan de Kerk vrede en vrijheid geschonken was, begon zij in heel de wereld een nog veel rijkeren oost binnen te halen. Op het veld dien oost zijn beroemde heiligen met heerlijk resultaat werkzaam geweest. Zoo bijv. Gregorius de Verlichter, die Armenië voor het christendom won, Victorinus, die hetzelfde deed met Stiermarken, en Frumentius met Ethiopië. Dan kwam de tij waarin Patricius Ierland, Agustinus Engeland, Columba en Palladius Schotland voor Christus veroverde. Vervolgens laat Clemens Willibrordus, de eerste bisschop van Utrecht, het licht van de Evangelie opgaan over de Holland; Bonifatius en Agarius brengen de volken van Duitsland, Cyrillus en Methodius de Slavische volken tot het katholiek geloof. Nog later opende zich voor de apostolische missionarissen een nog veel ruimer veld: Willem van Roebroek ontsteekt het licht van het geloof in Mongolië, de zalige Gregorius X zendt de eerste missionarissen naar China. Op hen volgden weldra de zonen van Franciscus van Assisië, die in China een belangrijke Kerkelijke gemeenschap organiseerden, welke niet zoo lang daarna in den storm der vervolging ten onder ging.
© 1940, Ecclesia Docens 0114, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum