
Paus Franciscus - 29 juni 2016
De vorming van de gewijde persoon is een tocht die moet leiden tot een gelijkvormigheid met de Heer Jezus en een zich eigen maken van zijn gevoelens in totale zelfgave aan de Vader; het betreft een proces dat nooit eindigt, bestemd om heel de persoon ten diepste te raken, opdat iedere houding en ieder gebaar van hem het volle en vreugdevolle toebehoren aan Christus openbaart en daarom vraagt dat om een voortdurende bekering tot God. Het is gericht op de vorming van hart, geest en leven en vergemakkelijkt het integreren van de menselijke, culturele, geestelijke en pastorale dimensie. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 65 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 664
De vorming van een gewijde contemplatieve persoon is in het bijzonder gericht op een harmonische toestand van gemeenschap met God en de zusters binnen een atmosfeer van een door de dagelijkse clausuur beschermde stilte.
God de Vader is de vormer bij uitstek, maar bij dit “handwerk” bedient Hij zich van menselijke bemiddeling, de vormers en de vormsters, oudere broeders en zusters van wie de belangrijkste zending is “de schoonheid van de sequela Christi N.v.d.r.: 'discipelschap van Christus' en de waarde van het charisma waarin dit wordt zich voltrekt” te laten zien." Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 66
De vorming, en in het bijzonder de permanente, “een wezenlijke eis voor de religieuze toewijding aan God”, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 88 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 661 heeft haar humus in de gemeenschap en het dagelijks leven. De zusters dienen zich om deze reden te herinneren dat de gewone plaats waar de weg van de vorming plaatsvindt, het klooster is en dat het zusterlijke leven in gemeenschap in al zijn manifestaties deze weg moet begunstigen.
Gegeven de huidige sociaal-culturele en religieuze context dienen de kloosters veel aandacht te besteden aan de onderscheiding op het gebied van roeping en spiritualiteit zonder zich te laten overvallen door de verleiding van het getal en de doelmatigheid; Congregatie v d Inst v h Gewijde Leven en de Sociëten Apost Leve, Opnieuw van Christus uit vertrekken: een vernieuwde taak van het Godgewijde leven in het derde millennium, Ripartire da Cristo (19 mei 2002), 65. AAS 88 (1996), 441 zij dienen een op de persoon toegesneden begeleiding van de kandidaten te garanderen en voor hen een passend traject van vorming te bevorderen, onverlet dat “men veel ruimte moet voorbehouden aan de initiële vorming en die na de tijdelijke professie”, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 65 voor zover mogelijk niet korter dan negen, noch langer dan 12 jaar. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 648. § 1 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 657. § 2
Het liturgisch en persoonlijk gebed is een wezenlijk vereiste om uw contemplatie te voeden: als “het gebed de ‘kern’ van het gewijde leven is”, Paus Franciscus, Toespraak, Sint Pietersbasiliek, Aan het einde van de H. Mis ter viering van het Jubeljaar voor het Gewijde Leven (2 feb 2016). L’Osservatore Romano, 4 febbraio 2016, p. 6 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 673 dan is het dat met des te meer reden van het contemplatieve leven. Vandaag weten zeer veel personen niet te bidden. Velen voelen eenvoudigweg niet de behoefte om te bidden of beperken hun relatie met God tot een smeekbede in ogenblikken van beproeving, wanneer zij niet weten tot wie zij zich moeten wenden. Anderen beperken hun gebed tot een eenvoudige lofprijzing in ogenblikken van geluk. Wanneer u de lof van de Heer bidt en zingt in het getijdengebed, geeft u ook deze mensen een stem en spreekt u, zoals de profeten dat deden, ten beste voor het heil van allen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 83 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1173 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1174. § 1 Het persoonlijk gebed zal u helpen met de Heer verenigd te blijven, zoals de ranken met de wijnstok, en zo zal uw gebed in overvloed vrucht dragen. Vgl. Joh. 15, 1-15 Denkt er echter aan dat een gebedsleven en een contemplatief leven niet kunnen worden beleefd als een inkeer in uzelf, maar het hart moeten verwijden om de hele mensheid te omarmen, vooral die welke lijdt.
Door middel van het gebed van voorspraak hebt u een wezenlijke rol in het leven van de Kerk. Bidt en spreekt ten beste voor zovele broeders en zusters die gevangene, migrant, vluchteling zijn en worden vervolgd, voor zovele gewonde gezinnen, voor de mensen zonder werk, voor de armen, voor de zieken, voor de slachtoffers van verslaving, om maar enkele situaties te noemen die vandaag de dag het meest urgent zijn. U bent als de mensen die een lamme voor de Heer brachten om hem te genezen. Vgl. Mc. 2, 1-12 Door middel van het gebed brengt u dag en nacht het leven bij de Heer van zovele broeders en zusters die vanwege verschillende omstandigheden Hem niet kunnen bereiken om zijn genezende barmhartigheid te ervaren, terwijl Hij op hen wacht om hun zijn genade te bewijzen. Met uw gebed kunt u de wonden van zovele broeders en zusters genezen.
De beschouwing van Christus heeft in de Maagd Maria haar onovertrefbaar voorbeeld. Het gelaat van de Zoon behoort haar op een bijzondere wijze toe. Als Moeder en Lerares in het gelijkvormig worden aan haar Zoon is zij met haar voorbeeldige en moederlijke aanwezigheid een grote steun in de dagelijkse trouw aan het gebed Vgl. Hand. 1, 14 , vooral dat van haar kinderen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Audiëntie, Het gebed en de Heilige Familie van Nazareth (28 dec 2011), 4 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 663. § 4
Het boek Exodus laat ons zien dat Mozes met zijn gebed het lot van zijn volk bepaalt door de overwinning ervan op de vijand veilig te stellen, wanneer hij erin slaagt zijn armen omhoog te houden om de hulp van de Heer in te roepen. Vgl. Ex. 17, 11 Deze tekst lijkt mij een heel expressief beeld te zijn van de kracht en de doeltreffendheid van uw gebed ten gunste van heel de mensheid en de Kerk, vooral van haar zwakste en behoeftigste leden. Ook vandaag kunnen wij evenals toen denken dat het lot van de mensheid wordt bepaald in het biddend hart en de opgeheven armen van de vrouwelijke contemplatieven. Daarom spoor ik u aan overeenkomstig uw constituties trouw te zijn aan het liturgisch en persoonlijk gebed, dat een voorbereiding daarop en een verlenging daarvan is. Ik spoor u aan “niets achter te stellen bij het opus Dei”, H. Benedictus van Nursia, Regel voor monniken, Regula monasticorum. 43, 3 opdat niets u hindert, niets u scheidt, niets tussen beide komt bij uw biddend dienstwerk. Vgl. Paus Franciscus, Homilie, Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus (26 mei 2016). XXIII, 31: FF 71 Op deze wijze zult u door middel van de contemplatie veranderen in het beeld van Christus Vgl. H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. Derde brief aan Agnes Bohemen, 12.13: FF 2888 en zullen uw gemeenschappen ware scholen van gebed worden.
Dit alles vraagt om een spiritualiteit die gebaseerd is op het Woord van God, op de kracht van het sacramentele leven, op het onderricht van het leergezag van de Kerk en op de geschriften van uw stichters en stichteressen; een spiritualiteit die u dochters van de hemel en dochters van de aarde zal doen worden, leerlingen en missionarissen, overeenkomstig uw levensstijl. Bovendien vraagt het om een steeds verdergaande vorming tot het persoonlijke en liturgische gebed en de contemplatie zelf, zonder te vergeten dat dit zich voornamelijk voedt met de “aanstootgevende schoonheid” van het kruis.
Een van de meest veelbetekenende elementen van het monastieke leven is in het algemeen de centrale plaats van het Woord van God in het persoonlijke en gemeenschappelijke leven. De heilige Benedictus onderstreept dit, wanneer hij zijn monniken vraagt graag naar de heilige lezingen te luisteren: “lectiones sanctas libenter audire”. H. Benedictus van Nursia, Regel voor monniken, Regula monasticorum. 4, 55 Eeuwenlang heeft het monnikendom de lectio divina bewaakt. Daar deze vandaag heel het volk van God wordt aanbevolen en wordt gevraagd van alle religieuze gewijden, Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 86 bent u geroepen er de voeding van te maken voor uw contemplatie en uw dagelijks leven, zodat uw deze veranderende ervaring van het Woord van God kunt delen met priesters, diakens, andere gewijden en leken. Voelt dit delen als een ware kerkelijke zending.
Ongetwijfeld zijn het gebed en de contemplatie de meest ge-eigende plaatsen om het Woord van God te ontvangen, maar tegelijkertijd komen zowel het gebed als de contemplatie voort uit het luisteren naar het Woord van God. Heel de Kerk, en in het bijzonder de gemeenschappen die volledig zijn gewijd aan de contemplatie, hebben er behoefte aan opnieuw de centrale plaats ontdekken van het Woord van God, dat, zoals mijn voorganger de heilige Johannes Paulus II in herinnering heeft gebracht, de “oerbron van alle spiritualiteit” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 94 is. Het is noodzakelijk dat het Woord van God het leven, het gebed, de contemplatie, de dagelijkse weg voedt en principe van gemeenschap wordt voor uw gemeenschappen en zusterchappen. Zij zijn immers geroepen het te ontvangen, te overwegen, het te beschouwen, het samen te beleven en de vruchten die uit deze ervaring ontstaan, mee te delen en samen te delen. Zo zult u kunnen groeien in een authentieke spiritualiteit van gemeenschap. Congregatie v d Inst v h Gewijde Leven en de Sociëten Apost Leve, Opnieuw van Christus uit vertrekken: een vernieuwde taak van het Godgewijde leven in het derde millennium, Ripartire da Cristo (19 mei 2002), 25 H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 43 Met het oog hierop spoor ik u aan “het risico van een individualistische benadering te vermijden door voor ogen te houden dat het Woord van God ons nu juist is gegeven om gemeenschap te vormen, om ons op onze weg naar God te verenigen in de Waarheid. (...) Daarom moet men tot de heilige tekst altijd naderen in de gemeenschap van de Kerk”. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 86
De lectio divina of het biddende lezen van het Woord van God is de kunst die de overgang van de Bijbelse tekst naar het leven help te volbrengen, het is de existentiële hermeneutiek van de Heilige Schrift, dankzij welke wij de afstand tussen spiritualiteit en dagelijkse werkelijkheid, tussen geloof en leven. Het proces dat door de lectio divina in gang wordt gezet, wil ons van luisteren naar kennis en van kennis naar liefde brengen.
Dankzij de Bijbelse beweging, die vooral na het promulgeren van de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) van het Tweede Vaticaans Concilie nieuwe kracht heeft gekregen, houdt men vandaag allen een voortdurend naderen tot de Heilige Schrift door het biddend en regelmatig lezen van de tekst van de Bijbel voor, zodat de dialoog met God de dagelijkse werkelijkheid van het volk van God wordt. De lectio divina moet u helpen een volgzaam, wijs en verstandig hart te ontwikkelen Vgl. 1 Kon. 3, 9.12
om te onderscheiden wat van God komt en wat daarentegen van Hem kan verwijderen; om het bovennatuurlijk instinct te verwerven dat het onze stichters en stichteressen mogelijk heeft gemaakt zich niet te conformeren aan de mentaliteit van de wereld, maar de eigen geest te vernieuwen “om in staat te kunnen zijn uit te maken wat God van u wil, wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt” (Rom. 12, 2). Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 94
Het ritme van uw persoonlijke en gemeenschappelijke dag dient bepaald te zijn door het Woord van God. Uw gemeenschappen en broederschappen zullen zo scholen worden waar het Woord wordt aanhoord, beleefd en verkondigd aan allen die u zullen ontmoeten.
Vergeet ten slotte niet dat “de lectio divina in haar dynamiek niet wordt afgesloten, zolang zij niet komt tot handelen (actio), dat het gelovige leven ertoe aanzet van zichzelf van zichzelf voor anderen een geschenk te maken in de liefde”. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 87 Zo zal zij overvloedige vruchten voortbrengen op de weg van het gelijkvormig worden aan Christus, doel van heel ons leven.
De Eucharistie is het sacrament bij uitstek van de ontmoeting met de persoon van Jezus: daarin “ligt heel het geestelijk goed van de Kerk vervat, namelijk Christus zelf”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 5 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 899 De Eucharistie, het hart van het leven van iedere gedoopte en van het gewijde leven zelf, is het op een bijzondere wijze van het contemplatieve leven. Het offer van uw leven voegt u immers op een bijzondere wijze in in het Paasmysterie van dood en verrijzenis, dat in de Eucharistie wordt verwezenlijkt. Samen het brood breken herhaalt en actualiseert immers de zelfgave die wordt volbracht door Jezus, “die zich heeft gebroken, zich breekt voor ons” en die ons vraagt op onze beurt “ons te breken voor de ander”. Paus Franciscus, Homilie, Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus (26 mei 2016) Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 663. § 2 Opdat dit rijke mysterie wordt verwezenlijkt en zich op levende wijze manifesteert, is vereist dat de viering van de Eucharistie zorgvuldig, waardig en sober wordt voorbereid en men er ten volle met geloof en bewust aan deelneemt.
In de Eucharistie herkent de blik van het hart Jezus. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus (14 juni 2001), 3 De heilige Johannes Paulus II herinnert ons eraan: “Christus beschouwen betekent in staat zijn Hem te leren herkennen, waar Hij zich laat zien in de talloze vormen van zijn aanwezigheid, maar bovenal in het levende sacrament van zijn lichaam en zijn bloed. De Kerk leeft van Christus in de Eucharistie; door Hem wordt zij gevoed en door Hem wordt zij verlicht. De Eucharistie is geheim van het geloof en tegelijkertijd geheim van het licht’. Telkens wanneer de Kerk de Eucharistie viert, kunnen de gelovigen in zekere zin de ervaring van de beide leerlingen op weg naar Emmaus opnieuw beleven: ‘Nu gingen hun de ogen open en ze herkenden Hem’ (Lc. 24, 31). H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 6 De Eucharistie voert ons dus dagelijks binnen in het mysterie van de liefde, die huwelijksliefde is: “Christus is de Bruidegom van de Kerk, als Verlosser van de wereld. De Eucharistie is het sacrament van onze verlossing. Het is het sacrament van de Bruidegom, van de Bruid”. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de waardigheid en de roeping van de vrouw, Mulieris Dignitatem (15 aug 1988), 26
Daarom is het een prijzenswaardige traditie de viering te verlengen met de eucharistische Aaanbidding, een bevoorrecht ogenblik om zich innerlijk het brood van het Woord dat gedurende de viering is gebroken, eigen te maken en de handeling van dankzegging voort te zetten.