Robertus Kard. Sarah - 10 juni 2016
De Kerk van zowel het Westen als van het Oosten heeft altijd met de grootste eerbied, hoewel op verschillende wijze, de heilige Maria Magdalena, eerste getuige van de verrijzenis van de Heer en evangelist, vereerd.
Daar de Kerk in onze tijd echter geroepen is zich diepgaander te beraden op de waardigheid van de vrouw, de nieuwe evangelisatie en de omvang van het mysterie van de goddelijke barmhartigheid, leek het goed dat ook het voorbeeld van de heilige Maria Magdalena op een meer aangepaste wijze de gelovigen wordt voorgehouden. Deze vrouw die bekend staat als iemand die Christus beminde en die door Christus zeer werd bemind, en die door de heilige Gregorius de Grote “getuige van de goddelijke barmhartigheid” en door de heilige Thomas van Aquino “vrouwelijke apostel onder de apostelen” werd genoemd, kan door de Christengelovigen van deze tijd gezien worden als het voorbeeld van de dienst van de vrouw in de Kerk.
Daarom heeft Paus Franciscus bepaald dat de viering van de heilige Maria Magdalena hierna in de Congregatie voor de Riten
Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum
Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender (21 maart 1969) opgenomen dient te worden met de graad van feest in plaats van gedachtenis, zoals dat nu het geval is.
De nieuwe graad van de viering brengt geen enkele verandering omtrent de dag met zich mee waarop de viering zelf moet worden gehouden, voor zover het de teksten betreft die hetzij uit het missaal hetzij uit het getijdengebed moeten worden genomen, namelijk:
a) de dag van de viering die gewijd is aan de heilige Maria Magdalena, blijft hetzelfde, zoals die wordt gevonden in de Congregatie voor de Riten
Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum
Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender (21 maart 1969), namelijk 22 juli;
b) de teksten die in de Mis en het Goddelijk Officie moeten worden gebruikt, blijven dezelfde als die welke in het missaal en het getijdengebed worden gevonden bij de vastgestelde dag, waarbij in het missaal echter een eigen prefatie N.v.d.r.: Niet opgenomen op deze site. wordt toegevoegd, die bij dit decreet is ingesloten. Het zal echter de taak van de bisschoppenconferenties zijn de tekst van de prefatie in de volkstaal te vertalen, en wel zo dat deze kan worden gebruikt na de voorafgaande goedkeuring van de apostolische stoel, die ter gegevener tijd in de eerst volgende herdruk van het eigen Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) kan worden opgenomen.
Waar de heilige Maria Magdalena naar de norm van het recht op een andere dag of met een andere graad naar behoren wordt gevierd, zal zij ook in het vervolg op dezelfde dag en met dezelfde graad als voorheen worden gevierd.
Dit geldt ongeacht welke tegengestelde bepalingen ook.
Uit de vestiging van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, 3 juni, op het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus.
Robert kard. Sarah
Prefect
+ Arthur Roche
Aartsbisschop Secretaris