Robertus Kard. Sarah - 5 juli 2016
NAAR EEN AUTHENTIEKE INTERPRETATIE VAN SACROSANCTUM CONCILIUM Opening van het Internationale Congres Sacra Liturgia UK 2016 |
|||
► | Wat is er gebeurd na de promulgatie van Sacrosanctum Concilium? |
Ik noem deze mogelijkheid om opnieuw te kijken naar de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) en de hervorming die volgde op de publicatie ervan, omdat ik niet denk dat we vandaag zelfs ook maar de eerste paragraaf van 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) eerlijk kunnen lezen en tevreden kunnen zijn dat we de doelstellingen ervan hebben bereikt. Broeders en zusters, waar zijn de gelovigen waarover de Concilievaders spraken? Vele gelovigen zijn nu ongelovig: ze komen helemaal niet meer naar de liturgie. In de woorden van de heilige Johannes Paulus II: vele Christenen leven in een staat van “stille apostasie (afvalligheid);” zij “leven alsof God niet bestaat”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 9 Waar is de eenheid die het Concilie hoopte te bereiken? We hebben het nog niet bereikt. Hebben we werkelijk vooruitgang geboekt in het roepen van alle mensen tot de Kerk? Ik denk het niet. En toch hebben we heel veel in de liturgie gedaan!
In mijn 47 jaar als priester en na meer dan 36 jaar in het bisschoppelijk dienstwerk kan ik verklaren dat vele katholieke gemeenschappen en individuen de liturgie, zoals hervormd na het Concilie, met geestdrift en vreugde leven en vieren, en er veel van, zo niet alles, het goede uit halen dat de Concilievaders verlangden. Dit is een grote vrucht van het Concilie. Maar uit mijn ervaring – nu ook als Prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten – weet ik ook dat er vele vervormingen van de liturgie in heel de Kerk van vandaag bestaan, en er zijn vele situaties die verbeterd kunnen worden zodat de doelstellingen van het Concilie behaald kunnen worden. Voor ik over een aantal mogelijke verbeteringen spreek, laten we bedenken wat er gebeurde na de publicatie van de Constitutie over de Heilige Liturgie.
In de zestiende eeuw droeg de paus de liturgische hervorming zoals gewenst door het concilie van Trente op aan een bijzondere commissie die aan het werk ging om herziene uitgaven van de liturgische boeken voor te bereiden die vervolgens door de paus werden afgekondigd. Dit is een volkomen normale procedure en deze werd aangenomen door zalige Paulus VI in 1964 toen hij het Consilium ad exsequendam constitutionem de sacra liturgia in het leven riep. Wij weten veel over deze commissie uit de gepubliceerde memoires van haar secretaris, aartsbisschop Annibale Bugnini. The Reform of the Liturgy: 1948-1975, Liturgical Press, Collegeville 1990
Het werk van deze commissie tot implementatie van de Constitutie onderging zeker invloeden, ideologieën en nieuwe voorstellen die afwezig waren in 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963). Het is bijvoorbeeld waar, dat het Concilie niet had voorgesteld om nieuwe eucharistische gebeden te introduceren, maar dit idee kwam op, werd aangenomen en de nieuwe gebeden werden met de autoriteit van de Paus afgekondigd. Het is evenzo waar, zoals aartsbisschop Bugnini duidelijk maakt, dat sommige gebeden en riten werden opgesteld of herzien overeenkomstig de geest van de tijd, on het bijzonder overeenkomstig oecumenische gevoeligheden. Of er teveel is gedaan, of wat gedaan is werkelijk behulpzaam was de doelstellingen van de Constitutie te realiseren, of dat zij ze juist in de weg stonden, dat zijn kwesties die we moeten bestuderen. Ik ben erg blij dat wetenschappers vandaag zich met deze zaken diepgaand bezig houden. Niettemin is het een belangrijk feit dat zalige Paulus VI de voorgestelde hervormingen zoals voorgesteld door de commissie geschikt achtte en ze afkondigde. Met zijn apostolische autoriteit heeft hij ze vastgesteld als normatief en hun wettigheid en geldigheid bepaald.
Terwijl het officiële hervormingswerk plaatsvond ontstonden er een aantal zeer ernstige verkeerde interpretaties van de liturgie en deze schoten wortel in verschillende plaatsen in de wereld. Deze misbruiken van de Heilige Liturgie ontwikkelden zich vanwege een foutief begrip van het Concilie en resulteerden in liturgische vieringen die subjectief waren en meer gericht op de verlangens van de individuele gemeenschap dan op de offerdienst van de Almachtige God. Mijn voorganger als Prefect van de Congregatie, Francis Kardinaal Arinze, noemde dit ooit eens “de doe-het-zelf Mis”. De heilige Johannes Paulus II vond het zelfs noodzakelijk het volgende te schrijven in zijn encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003) (17 april 2003):
“Deze dienst van de verkondiging van de kant van het Leergezag heeft een antwoord gekregen in de innerlijke groei van de christelijke gemeente. Zonder twijfel heeft de liturgiehervorming van het Concilie in hoge mate bijgedragen aan een bewustere, actievere en vruchtbaarder deelname aan het heilig Offer van het Altaar van de kant van de gelovigen. Op veel plaatsen is Aanbidding van het Allerheiligst Sacrament ook een belangrijke dagelijkse praktijk en wordt een onuitputtelijke bron van heiligheid. De vrome deelname van de gelovigen aan de eucharistische processie op Sacramentsdag is een genade van de Heer die ieder jaar vreugde brengt aan hen die eraan deelnemen. Andere positieve tekenen van geloof in en liefde voor de Eucharistie zouden nog genoemd kunnen worden.
Helaas is er naast dit licht ook schaduw. Op sommige plaatsen is de praktijk van de eucharistische Aanbidding vrijwel volledig verwaarloosd. In verschillende delen van de Kerk zijn misbruiken opgetreden, die lijden tot verwarring met betrekking tot het gezonde geloof en de katholieke leer ten aanzien van dit wonderbaarlijke Sacrament. Soms komt men een uiterst verengd begrip van het eucharistische mysterie tegen. Beroofd van zijn betekenis als offer wordt het gevierd als ware het eenvoudigweg een broederlijke maaltijd. Daarenboven wordt van tijd tot tijd de noodzaak van het ambtelijke priesterschap dat wortelt in de apostolische opvolging verduisterd en de sacramentaliteit van de Eucharistie wordt teruggebracht tot louter werkdadigheid in de verkondiging. Dit heeft hier en daar geleid tot oecumenische initiatieven die hoewel edel in hun motieven, toegeven aan eucharistische praktijken die in tegenspraak zijn met de discipline waarmee de Kerk haar geloof uitdrukt. Kunnen wij anders dan onze diepe droefheid over dit alles uitdrukken? De Eucharistie is een te groot geschenk dan dat wij dubbelzinnigheid en verschraling van de betekenis zouden kunnen dulden.
Ik vertrouw erop dat deze encycliek er effectief aan kan bijdragen om de schaduwen van onaanvaardbare doctrines en praktijken te verdrijven, opdat de Eucharistie verder moge stralen in heel de glans van haar mysterie.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10
Zowel als misbruiken kwam er ook een afwijzende reactie op de officieel afgekondigde hervormingen. Sommigen vonden dat deze te ver en te snel waren gegaan, of vonden de officiële hervormingen leerstellig verdacht. We herinneren ons de controverse die opkwam in 1969 met de Alfredo Kardinaal Ottaviani - Brief
Kort kritisch onderzoek van de Nieuwe Misorde
(5 juni 1969) met zeer ernstige zorgen. De Paus meende het daarna verstandig om enkele leerstellige verduidelijkingen te maken. Ook deze kwesties moeten bedachtzaam worden bestudeerd.
Hier bestond ook een pastorale werkelijkheid: om goede redenen of niet, sommige mensen konden of wilden niet deelnemen aan de hervormde riten. Zij bleven weg of namen alleen deel aan de niet-hervormde liturgie waar ze die konden vinden, zelfs als de viering ervan niet was toegestaan. Zo werd de liturgie een uitdrukking van verdeeldheid in de Kerk, in plaats van één van katholieke eenheid. Het Concilie wilde niet dat de liturgie ons van elkaar scheidde! De heilige Johannes Paulus II werkte aan het genezen van deze verdeling, met de hulp van Kardinaal Ratzinger die, als Paus Benedictus XVI, de nodige interne verzoening in de Kerk wilde faciliteren door in zijn Motu Proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) (7 juli 2007) te bepalen dat de oudere vorm van de Romeinse ritus zonder beperkingen beschikbaar moet zijn voor die individuen en groepen die uit haar rijkdom willen putten. In Gods Voorzienigheid is het nu mogelijk onze katholieke eenheid te vieren met respect voor, en zelfs vreugde in, een legitieme diversiteit van de rituele praktijk.
Tenslotte wil ik opmerken dat temidden van het werk van hervorming en vertaling dat plaats vond na het Concilie (en we weten dat een deel van dit werk te snel werd gedaan en dat betekent dat we vandaag de vertalingen moeten herzien om ze getrouwer aan het Latijnse origineel te maken), er wellicht niet genoeg aandacht is geschonken aan wat de Concilievaders noodzakelijk achtten om de vruchtbare deelname aan de liturgie die zij verlangden te laten slagen: dat de clerus “zelf diep doordrongen zou raken van de geest en de kracht van de liturgie en hier als leraar kan optreden”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 14 We weten dat een gebouw met zwakke fundering beschadigd kan raken of zelfs kan instorten.
We mogen dan een hele nieuwe, moderne liturgie in de volkstaal hebben opgebouwd, maar als we niet de juiste basis hebben gelegd – als onze seminaristen en geestelijkheid niet “diep doordrongen zijn van de geest en de kracht van de liturgie”, zoals het Concilie vroeg – dan kunnen zij zelf de mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd niet vormen. We moeten de woorden van het Concilie zelf zeer serieus nemen: het zou “kansloos” zijn te hopen op een liturgische vernieuwing zonder een grondige liturgische vorming. Zonder deze essentiële vorming zouden geestelijken zelfs schade toebrengen aan het geloof van mensen in het eucharistisch mysterie.
Ik wil niet bovenmatig pessimistisch overkomen, en ik zeg nogmaals: er zijn vele, vele gelovige mannelijke en vrouwelijke leken, vele geestelijken en religieuzen voor wie de liturgie zoals hervormd na het Concilie een bron van veel geestelijke en apostolische vruchten is, en daar dank ik de Almachtige God voor. Maar ik denk dat u het met mij eens zal zijn, zelfs op basis van mijn korte analyse hierboven, dat we beter kunnen doen, zodat de Heilige Liturgie werkelijk de bron en het hoogtepunt van het leven en de missie van de Kerk wordt, nu, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, zoals de Concilievaders zozeer verlangden.
Hoe dan ook, dit is het wat paus Franciscus van ons vraagt:
“Het is noodzakelijk om een hernieuwde wilskracht toe te voegen om verder te gaan op de weg die door de Concilievaders is aangewezen, omdat er nog veel gedaan moet worden voor een correcte en volledige assimilatie van de Constitutie over de Heilige Liturgie door de gedoopten en de kerkgemeenschappen. Ik doel met name op de inzet voor een degelijke en organische initiatie en liturgische vorming, zowel van de lekengelovigen als van de geestelijkheid en de godgewijde personen.” Paus Franciscus, Boodschap, Aan de deelnemers van het Symposium over 50 jaar constitutie "Sacrosanctum Concilium", Sacrosanctum Concilium - Dankbaarheid en engagement voor een grote kerkelijke beweging (18 feb 2014), 3