
Paus Leo XIII - 29 juni 1886
Al is de hemelsche leer van Jesus Christus ook grootendeels neergelegd in boeken, die onder goddelijke inspiratie geschreven zijn, toch kon ze geen band van eenheid tusschen de geesten vormen, als ze aan de willekeur van 's menschen geest werd overgelaten. In dit geval immers zou men zeer gemakkelijk tot verschillende van elkander afwijkende uitleggingen komen, niet alleen om de diepte dier leer en om de geheimen welke ze beval, maar ook om het verschil van inzicht bij de menschen en om de verwarring tengevolge van de zucht, om tegenoverelkaar-staande meeningen aan te hangen. Verschil van uitleg doet noodzakelijkerwijze verschil van opvatting ontstaan. Vandaar de geschillen, oneenigheden en twisten, waarvan de Kerk zelfs in de eerste jaren van haar bestaan getuige was. Irenaeus schrijft over de ketters: "Zij aanvaarden wel de Schriften, maar zij verdraaien haar zin." H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. Lib. III, cap. 12, n. 12: PG 7, 906 En Augustinus: "Juist door het averechts begrijpen der goede Schriften ontstaan ketterijen en valsche leerstelsels, die de zielen misleiden en in den afgrond storten." H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 18, cap. 5, n. 1: PL 35, 1536