Paus Leo XIII - 29 juni 1886
| SATIS COGNITUM Over de eenheid van de Kerk |
|||
| ► | EENHEID TEGENOVER VEELHEID (UNICITAS ECCLESIAE) | ||
| ► | Dit blijkt ook uit het doel van Christus: de blijvende voortzetting van Zijn werk | ||
Dit springt nog meer in het oog, als wij het doel van den goddelijken Stichter voor oogen houden. Wat immers heeft Christus in de Kerk en bij haar stichting beoogd en gewild? Slechts één ding: Hij wilde aan de Kerk de voortzetting toevertrouwen van dezelfde taak en zending, die Hij van den Vader ontvangen had. Dit was Zijn plan, en dit heeft Hij ook ten uitvoer gelegd. "Zooals de Vader Mij heeft gezonden, zoo zend Ik u." (Joh. 20, 21). "Zooals Gij Mij in de wereld hebt gezonden, zoo heb Ik ook hen in de wereld gezonden." (Joh. 17, 18)
Nu is het de taak van Christus om voor den ondergang te behoeden en te redden ,wat verloren was". En hiermee is niet een bepaald aantal volkeren of steden bedoeld, maar absoluut het menschelijk geslacht in zijn geheel. De Menschenzoon is gekomen, "opdat de wereld door Hem zou worden gered." (Joh. 3, 17). "Want onder den hemel is geen andere Naam aan de menschen gegeven, waardoor wij zalig moeten worden." (Hand. 4, 12).
Bijgevolg is het de taak der Kerk, het door Christus verworven heil en alle daaruit voortvloeiende weldaden wijd en zijd over alle menschen uit te storten en in alle eeuwen voort te planten. En hiertoe wordt, krachtens den wil van haar Stichter, gevorderd, dat er maar één Kerk is in alle landen en in heel den duur der tijden. Om meer dan één Kerk te kunnen hebben, zou men de grenzen der aarde moeten overschrijden en zich een nieuw menschdom moeten voorstellen, waarvan men nog nooit gehoord had.