Paus Leo XIII - 29 juni 1886
Al is nu de macht van Petrus en zijn opvolgers de volle en de hoogste macht, toch moet men niet meenen, dat zij de eenige is. Want Hij, die Petrus tot grondslag der Kerk heeft gesteld, heeft eveneens ,twaalf mannen uitgekozen, die Hij apostelen noemde." (Lc. 6, 13) Zooals nu het gezag van Petrus in den paus van Rome voortdurend moet blijven voortbestaan, zoo ontvangen de bisschoppen, omdat zij opvolgers der apostelen zijn, als een nalatenschap de ambtelijke macht der apostelen. En zoo. vormt het episcopaat een noodzakelijk bestanddeel van het innerlijk organisme der Kerk. Al zijn de bisschoppen geen dragers van het volledige, algemeene en opperste gezag, toch moet men ze ook niet beschouwen als plaatsvervangers der Roomsche opperpriesters, want ook zij hebben een eigen gezag, en worden daarom naar volle waarheid de gewone overheden (ordinarii) genoemd van de volkeren die zij besturen.