
Paus Leo XIII - 10 januari 1890
Daarom hebben degenen, die deze principiële houding in het beoordelen van hetgeen plicht is, afkeuren en haar met rebellie op een lijn stellen, geen juist inzicht in de aard en het wezen van een wet. Wij spreken hier over algemeen bekende waarheden, die wij reeds verscheidene malen behandeld hebben. Een wet is niets anders, dan een bevel van de juist gerichte rede, door het wettig gezag uitgevaardigd, met het oog op het algemeen nut. Maar echt en wettig gezag bestaat er niet, dan alleen als het aan God, de hoogste Heer en Meester van allen, zijn oorsprong ontleent; Hij alleen kan aan een mens gezag geven over andere mensen. Verder is de rede niet juist gericht, waar zij afwijkt van de waarheid en het goddelijk plan. Tenslotte kan men iets niet werkelijk nuttig noemen, als het in strijd is met het hoogste en onvergankelijke goed, of de wil van de mensen van de liefde Gods aftrekt.