H. Paus Johannes Paulus II - 31 oktober 1984
Is deze inspanning mogelijk? De hele problematiek van de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) laat zich niet inperken tot de biologische dimensie van de menselijke vruchtbaarheid (de vraag van de ‘natuurlijke vruchtbaarheidsritmen’), maar gaat terug tot de subjectiviteit zelf van de mens, tot dat persoonlijke ‘ik’ waardoor de persoon man of vrouw is.
Al tijdens de discussie in het Tweede Vaticaans Concilie met betrekking tot het hoofdstuk 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) over de ‘De bevordering van de waardigheid van huwelijk en gezin’ sprak men over de noodzaak van een verdiepte analyse van de reacties (en ook van de emoties) in verband met de wederzijdse beïnvloeding van mannelijkheid en vrouwelijkheid op het menselijk subject. Zie de tussenkomsten van kardinaal Leo Suenens op de 13e algemene Congregatie op 29 september 1968: Acta Synodalia S. Concilii Oecumenici Vaticani II, vol. 4, deel 3, p. 30. Deze vraag behoort niet zozeer tot de biologie als wel tot de psychologie. Van de biologie en de psychologie gaat ze vervolgens naar het gebied van de spiritualiteit van huwelijk en gezin. Hier staat deze vraag inderdaad in nauw verband met de manier om de deugd van onthouding te begrijpen, dat wil zeggen zelfbeheersing en in het bijzonder periodieke onthouding.