H. Paus Paulus VI - 24 mei 1978
De bewapeningswedloop is een voorwerp van aanstoot; het uitzicht op ontwapening is een grote verwachting. De aanstoot betreft de schreeuwende wanverhouding tussen de middelen aan geld en intellect gewijd aan de dienst van de dood en die welke aan de dienst van het leven zijn gewijd. De hoop is dat, terwijl de militaire uitgaven verminderen, een wezenlijk deel van de onmetelijke hulpbronnen welke zij nu verslinden in een groot project van wereldontwikkeling zouden kunnen worden gebruikt.
Wij voelen de aanstoot diep mee, wij maken de hoop tot de onze.
In dezelfde ruimte die u vandaag samen brengt, was het ons toegestaan op 4 oktober 1965 H. Paus Paulus VI - Toespraak
Tot de 20ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
(4 oktober 1965) te hernieuwen welke wij aan alle staten richtten bij gelegenheid van onze reis naar Bombay in de maand december van het jaar daarvoor, 'ten minste een deel van de economie ten voordele van de ontwikkelingslanden te besteden hetgeen gerealiseerd kan worden dankzij de vermindering van de bewapening'. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (4 okt 1965), 5
Wij herhalen deze oproep met nog meer kracht en aan:' drang, en nodigen alle landen uit tot de bestudering en in werking stelling van een organisch plan in het kader van de programma's voor de strijd tegen de ongelijkheden, de onderontwikkeling, de honger, de ziekte en het analfabetisme. De rechtvaardigheid vereist het; het algemeen belang beveelt het aan. Want de vooruitgang van ieder van de leden van de grote mensenfamilie zal aan de vooruitgang van allen ten goede komen en zal dienen om de vrede steviger te vestigen.