Paus Franciscus - 19 maart 2016
Het is kleingeestig alleen erbij te blijven stilstaan of het handelen van een persoon wel of niet beantwoordt aan een wet of een algemene norm, omdat dit niet voldoende is om een volledige trouw aan God in het concrete bestaan van een mens te onderscheiden of te garanderen. Ik bid vurig dat wij ons te allen tijde herinneren hetgeen de heilige Thomas van Aquino leert, en dat wij leren het ons in de pastorale onderscheiding eigen te maken:
“Alhoewel er in algemene zaken een zekere noodzakelijkheid is, hoe meer men afdaalt naar particuliere zaken, des te meer onbepaaldheid. … Op het praktische gebied is de waarheid of praktische norm niet gelijk voor iedereen betreffende het particuliere, maar enkel betreffende hetgeen algemeen is; en ook bij diegenen die in particuliere gevallen dezelfde praktische norm aanvaarden wordt deze niet op gelijke wijze door iedereen gekend. …”. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-II, q. 94, art. 4
Weliswaar presenteren de algemene normen een goed dat men nooit mag negeren of veronachtzamen, maar in de formulering ervan kunnen absoluut niet alle bijzondere situaties worden vervat. Tegelijkertijd moet men zeggen dat juist daarom datgene wat deel uitmaakt van een praktische onderscheiding ten overstaan van een bijzondere situatie, niet verheven mag worden tot het niveau van een norm. Dat zou niet alleen een onverdraaglijke casuïstiek veroorzaken, maar ook de waarden die men met een bijzondere aandacht moet bewaken, in gevaar brengen. H. Thomas van Aquino, Sententia Libri Ethicorum. VI, 6 (ed. Leonina, t. XLVII, 354): Verwijzend naar de algemene kennis van de norm en naar de particuliere kennis van de praktische onderscheiding, komt Sint-Thomas in een andere tekst tot de uitspraak dat “indien er slechts één van beiden kennissen is, dan is het te verkiezen dat het de kennis is die men heeft van de particuliere werkelijkheid, die dichter staat bij het handelen.”