Paus Leo XIII - 9 mei 1897
DIVINUM ILLUD MUNUS Over de Heilige Geest |
|||
► | De werkzaamheid van de Heilige Geest | ||
► | In de Kerk | ||
► | De Heilige Geest is de ziel van de Kerk |
Dat de Kerk volledig een werk van God is, wordt verder door niets duidelijker bewezen dan door de schittering én de heerlijkheid van de gaven, met wier pracht zij van alle zijden getooid is, en dit juist door de werking en de mededeling van de Heilige Geest. En zo mogen wij volstaan met vast te stellen, dat Christus wel het hoofd is van de Kerk, maar dat de Heilige Geest haar ziel is: “Wat in ons lichaam de ziel is, dat is de Heilige Geest in het Lichaam van Christus, de Kerk." Vgl. H. Augustinus, Preken, Sermones. 186 de tempore: PL 38, 1231 (267, c. 4, n. 4)
Daarom kan men geen enkele andere meer omvattende en rijkere "openbaring en zichtbare nederdaling van de Geest Gods" (1 Kor. 12, 7)(1 Kor. 2, 4) uitdenken of verwachten. Immers de mededeling van de Heilige Geest, die nu in de Kerk plaats heeft, is ongetwijfeld de grootste en zij zal zo lang blijven, tot de Kerk na het voleinden van de krijgsdienst zal komen tot de vreugde van de triomferenden in de hemelse gemeenschap.