21 november 1964
De Kerken en kerkelijke Gemeenschappen, die in de geweldige crisis, welke in het Westen reeds op het eind van de middeleeuwen begon, of in later tijd zich van de Apostolische Stoel van Rome hebben afgescheiden, hebben met de katholieke Kerk een bijzondere verwantschap en nauwe verbondenheid op grond van het feit, dat het Christenvolk in de vroegere eeuwen zolang in de kerkelijke gemeenschap heeft geleefd.
Deze Kerken en kerkelijke Gemeenschappen wijken door haar verschil in oorsprong, leer en geestelijk leven, sterk af niet alleen van ons, maar ook van elkaar, zodat een volledig juiste beschrijving ervan zeer moeilijk is en daarom niet in ons plan ligt.
Ofschoon de oecumenische beweging en het verlangen naar vrede met de katholieke Kerk zich nog niet overal krachtig hebben ontwikkeld, hopen we toch, dat de oecumenische geest en de wederzijdse waardering bij allen langzamerhand zullen toenemen.
Toch moet men erkennen, dat er tussen deze Kerken en Gemeenschappen enerzijds en de katholieke Kerk anderzijds belangrijke verschillen bestaan, niet alleen van historische, sociologische, psychologische en culturele aard, maar vooral in het interpreteren van de geopenbaarde waarheid. Om ondanks deze verschillen de oecumenische dialoog gemakkelijker op gang te kunnen brengen, willen wij hier wijzen op enkele punten, die de grondslag en de stimulans kunnen en moeten vormen voor deze dialoog.