21 november 1964
Het heilig Concilie houdt uitdrukkelijk deze katholieke leer voor en wekt tevens alle kinderen van de Kerk op om edelmoedig de verering van de heilige Maagd, vooral de liturgische verering, te bevorderen, een hoge waardering te hebben voor de praktijken en oefeningen van godsvrucht jegens haar, die in de loop van de eeuwen door het leerambt zijn aanbevolen, en de bepalingen uit het verleden omtrent de verering van de afbeeldingen van Christus, de heilige Maagd en de heiligen nauwgezet te onderhouden, 2e Concilie van Nicea, 7e Zitting - De definitie aangaande heilige afbeeldingen, Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus (13 okt 787), 0-1. Mansi 13, 378-379; Denz. 302 (600-601) Concilie van Trente, 25e Zitting - Decreet over de verering van relikwieën van heiligen en over de afbeeldingen van heiligen, Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus (3 dec 1563), 3 Verder spoort het Concilie de theologen en de predikanten dringend aan om zich bij de behandeling van de bijzondere waardigheid van de Moeder Gods met zorg te onthouden zowel van alle overdrijvingen als van een te bekrompen opvatting. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Tot het internationale Mariacongres te Rome, Inter Complures (24 okt 1954), 5 Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Maria Koningin, Ad Caeli Reginam (11 okt 1954), 42 Bij de studie van de heilige Schrift, van de Kerk, onder leiding van het leerambt, moeten zij zuiver de verschillende functies en voorrechten van de heilige Maagd belichten, die altijd op Christus gericht zijn, de oorsprong van alle waarheid, heiligheid en godsvrucht. Zij moeten zorgvuldig alles vermijden, wat in woorden of daden de gescheiden broeders of wie dan ook een verkeerd idee zou kunnen geven omtrent de ware leer van de Kerk. De gelovigen moeten er aan denken, dat de ware godsvrucht niet bestaat in een onvruchtbaar en voorbijgaand sentiment of in een ijdele lichtgelovigheid, maar dat ze voortkomt uit het echte geloof, dat ons brengt tot de erkenning van de hoge waardigheid van de Moeder Gods en dat ons opwekt tot een kinderlijke liefde jegens onze Moeder en tot de navolging van haar deugden.