
21 november 1964
Omdat de eeuwige Hogepriester Christus Jezus ook door de leken zijn eigen getuigenis en zijn eigen dienstwerk wil voortzetten, bezielt Hij hen met zijn geest en stimuleert Hij hen voortdurend tot ieder goed en volmaakt werk.
Want hen, die Hij nauw verbindt met zijn leven en zending, doet Hij ook delen in zijn priesterlijke taak voor de uitoefening van de geestelijke eredienst, tot eer van God en tot heil van de mensen. Vandaar, dat de leken, als zijnde toegewijd aan Christus en gezalfd door de Heilige Geest, zo wonderbaar worden geroepen en gevormd om steeds overvloediger vruchten van de Geest voort te brengen. Al hun werken immers, gebeden en apostolische initiatieven, hun huwelijks- en gezinsleven, hun dagelijkse arbeid, hun geestelijke en lichamelijke ontspanning, mits dit alles geleid wordt door de Geest, en zelfs de moeilijkheden van het leven, mits men die geduldig draagt, worden geestelijke offers, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus Vgl. 1 Pt. 2, 5 , en die bij de viering van de Eucharistie godvruchtig aan de Vader worden opgedragen samen met het offer van het Lichaam des Heren. Zo wijden ook de leken de wereld zelf aan God toe door Hem overal hun aanbidding te brengen in heiligheid van leven.