Paus Franciscus - 16 december 2015
Dierbare broeders en zusters, goeie dag !
Verleden zondag werd de Heilige Poort van de kathedraal van Rome, de basiliek van St.-Jan in Lateranen geopend en in de kathedraal van alle bisdommen ter wereld werd een Poort van de Barmhartigheid geopend, evenals in heiligdommen en kerken die de bisschoppen daarvoor hebben aangewezen. Het Jubeljaar is in heel de wereld, niet alleen in Rome. Ik wenste dat dit teken van de Heilige Poort in elke particuliere Kerk aanwezig zou zijn, opdat het Jubeljaar van de Barmhartigheid een ervaring zou kunnen worden die door iedereen gedeeld wordt. Zo is het Heilig Jaar in heel de Kerk begonnen en werd het in alle bisdommen zoals in Rome gevierd. De eerste Heilige Poort werd geopend in het midden van Afrika. Rome is het zichtbaar teken van de universele gemeenschap. Moge deze Kerkgemeenschap steeds inniger worden opdat de Kerk in de wereld het levend teken zou zijn van de liefde en barmhartigheid van de Vader
De datum van 8 december wou dit ook benadrukken door de aanvang van het Jubeljaar te verbinden met het slot van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie vijftig jaar geleden. Het concilie heeft de Kerk namelijk beschouwd en voorgesteld in het licht van de gemeenschap die mysterie is. Over heel de wereld verspreid en georganiseerd in vele lokale Kerken, is zij nochtans altijd en als enige de Kerk van Jezus Christus, die Hij gewild heeft en waarvoor Hij zich geofferd heeft. De “ene” Kerk die de gemeenschap met God zelf beleeft.
Dit mysterie van gemeenschap, die van de Kerk het teken maakt van de liefde van de Vader, groeit en rijpt in ons hart wanneer de liefde die wij in het kruis van Christus herkennen en waarin wij ons onderdompelen, ons elkaar doet liefhebben zoals wij door Hem bemind worden. Het gaat om een liefde zonder einde, die het gelaat heeft van vergeving en barmhartigheid.
Nochtans moeten barmhartigheid en vergeving geen mooie woorden blijven, maar zich in het dagelijks leven realiseren. Beminnen en vergeven zijn het concrete en zichtbare teken dat het geloof ons hart heeft omgevormd en in staat stelt het leven van God zelf in ons tot uitdrukking te brengen. Beminnen en vergeven zoals God bemint en vergeeft. Het is een levensprogramma dat geen onderbreking noch uitzondering mag kennen, maar ons aanspoort steeds en onvermoeibaar verder te gaan, met de zekerheid dat wij door Gods vaderlijke aanwezigheid gedragen worden.
Dit grote teken van het christenleven transformeert zich vervolgens in vele andere tekens die karakteristiek zijn voor het Jubeljaar. Ik denk aan al degenen die door één van de Heilige Poorten gaan, die in dit jaar echt Poorten van Barmhartigheid zijn. De Poort verwijst naar Jezus zelf die gezegd heeft: “Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden” (Joh. 10,9). Door de Heilige Poort gaan is het teken van ons vertrouwen in de Heer Jezus die niet gekomen is om te oordelen maar om te redden. Vgl. Joh. 12, 47 Opgelet ! Dat niemand zo gewiekst is u te vertellen dat er moet betaald worden: nee! Het heil is niet te koop. De Poort is Jezus en Jezus is kosteloos! Hij zelf spreekt over degenen die niet binnengaan zoals het hoort, en Hij zegt eenvoudigweg dat het dieven en rovers zijn. Nogmaals, let op: het heil is kosteloos. Door de Heilige Poort gaan is het teken van een ware bekering des harten. Wanneer wij door deze Poort gaan, is het goed ons te herinneren dat wij ook steeds de deur van ons hart wijd open moeten houden. Ik sta voor de Heilige Poort en vraag: “Heer, help mij de deur van mijn hart wijd open te zetten!” Het Heilig Jaar zou niet doeltreffend zijn als wij Christus niet zouden binnenlaten door de deur van ons hart, Hij die ons aanzet naar de anderen te gaan, om Hem en Zijn liefde te brengen. Bijgevolg, zoals de Heilige Poort altijd open blijft, omdat zij het teken is van de verwelkoming die God zelf ons voorbehoudt, zou onze poort, die van ons hart, ook steeds wijd open moeten staan om niemand uit te sluiten. Zelfs niet degene die mij stoort: niemand.
Een ander belangrijk teken van het Jubeljaar is de Biecht. Tot het sacrament naderen waardoor wij ons met God verzoend hebben, staat gelijk met de directe ervaring van Zijn barmhartigheid. Het is de Vader vinden die vergeeft: God vergeeft alles. God begrijpt ons ook in onze beperktheden, Hij begrijpt ons ook in onze tegenstrijdigheden. Dat is niet alles: met Zijn liefde zegt Hij ons dat Hij, juist wanneer wij onze zonde erkennen, nog dichter bij ons is en ons aanspoort verder te gaan. Meer nog: Hij zegt dat wanneer wij onze zonden erkennen en vergeving vragen, het feest is in de Hemel. Jezus viert feest: dat is Zijn barmhartigheid; laten wij niet ontmoedigd worden! Laten wij doorgaan, doorgaan!
Hoe dikwijls heb ik horen zeggen: "vader, ik kan mijn buur, collega, buurvrouw, schoonmoeder, schoonzus niet vergeven”. Wij hebben dat allemaal gehoord: “ik kan niet vergeven”. Maar hoe aan God vragen ons te vergeven als wij geen vergeving kunnen schenken? Vergeven is iets groot, en toch is het niet gemakkelijk, omdat ons hart arm is en uit eigen kracht alleen, er niet kan toe komen. Maar als wij ons openstellen om Gods barmhartigheid voor ons te ontvangen, worden wij op onze beurt in staat vergeving te schenken. Ik heb dikwijls horen zeggen: “ik kon die persoon niet zien: ik verafschuwde haar. Maar op een dag ben ik naar de Heer gegaan en heb Hem vergiffenis gevraagd voor mijn zonden en ik heb die persoon ook vergeven”. Het zijn dingen van alle dag. Die mogelijkheid ligt in ons bereik.
Dus, moed! Beleven wij dit Jubeljaar, beginnend met die tekens die een grote liefdeskracht in zich bevatten. De Heer zal ons bij ons zijn om ons andere tekens te laten ervaren die belangrijk zijn voor ons leven. Moed en vooruit!